DNA
- Gegevens
- Hoofdcategorie: Lichamelijke Integriteit
Eind oktober werd bekend dat een rechercheur van het politiekorps in Orlando in juli een gerechtelijk bevel had gekregen om de volledige dna-database van GEDmatch te doorzoeken. Het ging daarbij ook om de profielen van gebruikers die hadden aangegeven dat ze hun data niet voor opsporingsdiensten toegankelijk willen maken. GEDmatch gaf binnen 24 uur gehoor aan het verzoek. "Dit is een gigantische game-changer", zegt Erin Murphy, rechtenprofessor aan de New York University, tegenover The New York Times. "Het bedrijf besloot om politie buiten de deur te houden, en dat wordt nu terzijde geschoven door de rechter. Het is een teken dat geen enkele genetische informatie veilig is."
Murphy en andere experts stellen dat de ontwikkeling andere opsporingsdiensten zal aanmoedigen om soortgelijke zoekbevelen voor andere dna-testdiensten aan te vragen, waardoor alle dna-databases in politiedatabases veranderen...
...Wanneer slechts 2 procent van de Nederlandse bevolking zijn of haar dna-profiel naar een database zou uploaden, is het inmiddels mogelijk om altijd tot een dna-match met een verwant te komen, zo stelde dna-expert Lex Meulenbroek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) eerder dit jaar. "In theorie is het zo dat als 350.000 Nederlanders zeggen: mijn dna mag in een databank om misdrijven op te lossen, we bijna elk dna-spoor kunnen identificeren via stamboomonderzoek."
Alles bij de bron; Security
- Gegevens
- Hoofdcategorie: Lichamelijke Integriteit
Als speurders DNA van de dader op de plek van een misdaad vinden, mogen ze nu alleen een DNA-profiel opmaken – een persoonlijke code, zeg maar, om die dan te kunnen vergelijken met een verdachte. Het geslacht van de dader mogen ze ook kennen, maar daar stopt het. Nochtans kunnen wetenschappers eigenlijk véél meer informatie uit DNA halen. Zo zouden ze in een labo kunnen voorspellen wat de natuurlijke haarkleur van de dader is, de kleur van zijn ogen, zijn huidskleur, of hij sproeten heeft en de kleur van zijn wenkbrauwen. Ze kunnen inschatten of hij eerder stijl dan wel krullend haar heeft, of hij kaal wordt, en zelfs de manier waarop hij kaal wordt.
“Alleen, vandaag mogen we dat niet uitzoeken”, zegt Gert De Boeck, operationeel directeur van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC), dat forensisch onderzoek doet voor het gerecht.
De Evaluatiecommissie voor DNA-onderzoek pleit ervoor de regels rond zulk onderzoek te herbekijken. “Er is een mentaliteitswijziging nodig. Nu gebruiken we forensisch onderzoek veelal om te bevestigen wat we al weten. De politie zoekt de dader, en achteraf verzamelen we met DNA bewijslast. De uitdaging is om het forensisch onderzoek al van bij de start te betrekken. Zo zou het kennen van de haarkleur kunnen helpen om bijvoorbeeld een groep uit te sluiten, of om net te weten te komen tot welke groep de dader behoort. Als de politie verschillende verdachten heeft, zou het interessant zijn te weten dat de dader blond is.
Vandaag verhindert de wet ons om te kijken in het coderende DNA van een mens, waar die informatie zit.” In buurlanden Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zijn dat soort onderzoeken wel toegelaten.
Daarnaast stellen de wetenschappers ook voor om familiale zoekingen mogelijk te maken. “Het gebeurt dat het DNA van een onbekende dader geen match oplevert met dat van veroordeelden en verdachten die zijn opgenomen in de databanken van het NICC. Maar de databanken kunnen soms wel bepaalde mensen suggereren die mogelijk familie zijn van de dader”, zo vertellen medewerkers van het NICC. De technologie kan de speurders dus op weg zetten naar de dader. “Alleen mogen we dat niet rapporteren aan het gerecht. De wet voorziet dat niet.” De Evaluatiecommissie wil het gerecht daarom de mogelijkheid geven om wél actief na te gaan of een onbekende dader familie is van een veroordeelde of een verdachte, om zo zijn identiteit te achterhalen. De commissie werkt aan een memorandum daarover.
Alles bij de bron; Nieuwsblad [Thnx-2-Luc]