Google deelt de geanonimiseerde locatiedata van gebruikers uit 131 landen, waaronder Nederland, om inzicht te geven in hoeverre mensen thuisblijven tijdens de uitbraak van het coronavirus. Met de data kunnen overheden en onderzoekers een beter beeld krijgen van plekken waar het te druk is.

Google gebruikt hiervoor samengestelde data op basis van de locatiegeschiedenis van gebruikers. Gebruikers kunnen deze locatiegeschiedenis zelf aan- en uitzetten. Deze locatiedata worden ook al gebruikt voor Google Maps, om aan te kunnen geven op welke plekken het druk is. 

Vanaf vrijdag zijn Googles eerste mobiliteitsrapporten beschikbaar. Daarin is landelijk en per provincie in kaart gebracht hoe druk het is in winkels, recreatiegebieden, supermarkten, apotheken, parken, werkplekken en rond woningen. De drukte op deze locaties wordt afgezet tegen de gemiddelde drukte in januari.

De Nederlandse overheid onderzoekt op dit moment of telecomgegevens van mobiele telefoons een bijdragen kunnen leveren in de strijd tegen het coronavirus. Providers KPN en VodafoneZiggo lieten eerder al aan NU.nl weten in principe open te staan voor het delen van gegevens. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) meldde woensdag echter dat telecomproviders de gegevens van hun klanten volgens de huidige telecom- en privacywet niet met de overheid mogen delen. 

Locatiegegevens kunnen veel prijsgeven over iemands persoonlijke levenssfeer: niet alleen over waar iemand woont, maar ook over bijvoorbeeld bezoekjes aan medische of religieuze instellingen. "Het anoniem maken van dit soort gegevens kan niet, omdat dat nooit onomkeerbaar is", merkt de AP daarbij op.

"Wie weet waar iemand woont of werkt en die gegevens combineert met de 'geanonimiseerde' locatiegegevens van heel veel mensen, kan met die combinatie achterhalen wie bij welke locatiegegevens hoort."

Alles bij de bron; NU