In veel onderzoeken zeggen mensen dat ze hun privacy erg belangrijk vinden en hier actief mee bezig zijn, maar de praktijk laat anders zien, zo zegt Jack Millership van onderzoeksbureau GfK. Millership wijst naar de rage rondom Pokemon Go dat wereldwijd door tientallen miljoenen mensen wordt gespeeld.

Rond 11 juli werd bekend dat Pokemon Go volledige toegang tot het Google-account vraagt. Zo had de app toegang tot de geschiedenis van Google Maps, Google-zoekopdrachten en kon zelfs Gmail-berichten lezen. Pokemon Go-ontwikkelaar Niantic stelde dat het om een onbedoelde fout ging en kwam snel met een update om het probleem te verhelpen. Voordat de update echter verscheen was het spel al miljoenen keren gedownload en hadden al deze gebruikers Pokemon Go volledige toegang tot hun Google-account gegeven, aldus Millership.

"Je kunt je dan afvragen hoeveel consumenten echt om hun gegevens geven? Wanneer wordt een product of dienst aantrekkelijk genoeg dat zorgen over de privacy niet langer uitmaken", stelt de GfK-analist de vraag.

Zelfs na de update verzamelt Pokemon Go nog steeds gps-informatie en profiel- en accountgegevens. "Hiermee kan Niantic een robuuste verzameling van locatiegegevens naast identificeerbare informatie opbouwen, wat een krachtige tool is in het begrijpen van consumentengedrag."

Een 'augmented reality game' zoals Pokemon Go is niet alleen waardevol om passief informatie te verzamelen, het kan ook worden gebruikt om consumentengedrag te beïnvloeden, laat Millership weten. Zo kunnen spelers straks naar fysieke locaties van Niantic-partners gaan om extra spullen voor het spel te verzamelen. "De echte kracht van dit soort spellen ligt niet alleen in de schat aan informatie die bedrijven over gebruikers kunnen verzamelen, maar ook in de mogelijkheid om gedrag in de echte wereld door voordelen in de virtuele wereld te beïnvloeden."

Alles bij de bron; Security