In tegenstelling tot zo’n beetje alle andere Europese landen – hebben Duitsers opmerkelijk enthousiast hun corona-app omarmd. In de eerste tien dagen hebben al 13 miljoen mensen – 15 procent van de bevolking – de ‘Corona-Warn-App’ geïnstalleerd en de aantallen blijven stijgen. Duitsland is hiermee de absolute koploper onder de grote Europese landen die al een corona-app hebben.

In Frankrijk zijn er nog geen 2 miljoen gebruikers van de ‘Stop Covid France-app’, op een bevolking van 65 miljoen. Daar stuitte de app op aanzienlijk meer privacy-zorgen. De Franse app slaat, in tegenstelling tot de Duitse, gegevens op in een centrale overheidsdatabase. Vermoedelijk speelt ook breder wantrouwen jegens de overheid een rol, als gevolg van de Franse aanpak van de coronacrisis.

Bij de ontwikkeling van de Duitse app betrok de regering privacytoezichthouders, en ook andere partijen mochten kritiek leveren – de software is open source. In Frankrijk verliep het een stuk rommeliger. Een anticorruptieorganisatie heeft begin juni aangifte gedaan van mogelijke corruptie bij de aanbesteding van de beheercontracten voor de app. Sommige gebruikers klagen dat de app zichzelf steeds uitschakelt, waardoor je moeilijk gewaarschuwd kunt worden. 

Of ze ook effect hebben, is een andere vraag. Volgens onderzoekers van de universiteit in Oxford zou een gebruikerspercentage van 15 procent, mits ook andere maatregelen van kracht blijven, een significant effect moeten hebben op het indammen van de epidemie. In beide landen zit de R, de reproductiefactor van het virus, nu onder de 1. Maar dat lijkt vooralsnog niet de verdienste van de apps.

Dinsdag had nog maar een twintigtal besmette Duitsers via de app doorgegeven dat ze ziek waren, om anderen zo te waarschuwen en verdere verspreiding te voorkomen. In Duitsland worden nu dagelijks 650 besmettingen vastgesteld. Het gebruik van de app houdt dus niet over. In Frankrijk zijn er nog minder meldingen van besmettingen doorgegeven: veertien. Dagelijks zijn daar zo’n vijfhonderd besmettingen.

Alles bij de bron; NRC