Apps op je telefoon vragen of ze je locatie, adresboek en andere gevoelige gegevens mogen inzien. Soms is dat nodig om de app te gebruiken, maar hoe ontzeg je een app achteraf de toegang tot je privédata?

Je iPhone heeft voor iedere app een overzicht van welke data kunnen worden ingezien. Deze vind je door bij de Instellingen-app onderin op 'Apps' te drukken en de app in kwestie aan te tikken. Hier staat of een app bijvoorbeeld toegang mag hebben tot je locatie, microfoon, camera en bluetoothsignaal.

Bij je adresboek en fotobibliotheek kun je bepalen in hoeverre een app data mag inzien. Zo kies je er bijvoorbeeld voor dat apps alleen de laatste paar foto's mogen bekijken, of dat alleen data van bepaalde contactpersonen uitgelezen mogen worden. Zo voorkom je dat een appmaker meteen al je oude babyfoto's kan zien.

Op Android kun je de toegang tot data van apps ook beperken in de Instellingen-app, waar je tikt op 'Privacy'. Daar vind je het privacydashboard, waar per app vermeld staat welke gegevens ze mogen inzien. Je hebt hiervoor een toestel met Android 12 of nieuwer nodig.

Een diagram boven in beeld laat ook zien in hoeverre bepaalde delen van je telefoon worden ingezien door andere apps. Zo bekijk je in één oogopslag hoeveel apps je locatie, camera of microfoon kunnen gebruiken - en perk je dit met een paar snelle taps weer in.

Met bovenstaande opties ben je niet meteen helemaal afgeschermd tegen data-afluisteraars. De schakelaars in kwestie slaan immers puur op data die direct door je telefoon worden afgegeven. Zit je op Instagram, dan zal moederbedrijf Meta nog steeds jouw gebruik binnen die app kunnen volgen om te weten wat voor foto's je het leukst vindt. Dit zijn immers gegevens die je op het platform van de appmaker genereert en die niet ingeperkt kunnen worden door Apple en Google.

Alles bij de bron; NU