Het openbaar maken van persoonlijke gegevens van mensen online, het lijkt de gewoonste zaak van de wereld geworden sinds de protesten in Charlottesville. In jargon heet dat openbaar maken doxing. Foto's worden online gezet, met maar één vraag: wie weet wie het zijn? Doxing is een belangrijk middel geworden voor politieke activisten. Zowel links op het politieke spectrum, als rechts.

Maar mag je persoonsgegevens zomaar online zetten? "Je mag niet zomaar iemands gegevens publiceren", zegt juridisch adviseur Jasper Jansbeken van ICTRecht. "Die kunnen worden misbruikt. En als het online staat, dan is het niet zomaar weg te halen. Als slachtoffer word je erdoor achtervolgd. Mensen weten je makkelijk te vinden, ook als ze je willen bedreigen."

Merel Eilander van de Autoriteit Persoonsgegevens zegt; Politie en justitie kunnen besluiten om persoonsgegevens te publiceren. In feite is Opsporing Verzocht ook een vorm van doxing. "Daar zitten waarborgen in. Het is niet de bedoeling dat iedereen dat zomaar voor zichzelf gaat doen. Stel je voor dat je de verkeerde hebt. Dat kan iemand nog jarenlang achtervolgen." In Charlottesville ging dat al mis. In de zoektocht naar een van de demonstranten werd de naam van de verkeerde persoon gepubliceerd.

Doxing bestaat sinds de jaren 90, schrijft ethiekonderzoeker David Douglas. Het is ontstaan in de hackercultuur en werd gebruikt om wraak te nemen op anonieme hackers. "De term komt van 'dropping documents', of 'dropping dox' op iemand."

Alles bij de bron; NOS