Nog voordat de gemeente Arnhem tweeënhalf jaar geleden een systeem van adresgebonden afvalpassen invoerde, werd de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) er door een Arnhemse inwoner, Michiel Jonker, op attent gemaakt dat hiermee de privacy van alle Arnhemmers werd geschonden, in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).

De AP deed als toezichthouder en handhaver twee jaar lang niets, terwijl Jonker juridische procedures voerde tot aan de Raad van State, die hem op 26 april 2016 in het gelijk stelde. Omdat de gemeente weigerde gevolg te geven aan de uitspraak van de hoogste bestuursrechter, diende Jonker op 31 mei 2016 (opnieuw) een handhavingsverzoek in bij de AP.

Op 20 april 2017 heeft de AP dit handhavingsverzoek afgewezen. Weliswaar constateerde de AP dat de gemeente al drie jaar lang in overtreding is, maar omdat de gemeente eind maart 2017 heeft besloten tot de invoering van DIFTAR per 1 januari 2018, ziet de AP dat als een “bijzondere omstandigheid” waardoor er alsnog kan worden afgezien van handhaving.

Jonker geeft aan bij de rechtbank in beroep te gaan tegen de afwijzing. “Ik zal aan de AP vragen of die instemt met een rechtstreeks beroep bij de rechter. Want tussen mij en de AP zijn er de afgelopen drie jaar wel voldoende argumenten gewisseld. Verdere vertraging is niet wenselijk.”

Alles bij de bron; pdfPrivacyFirst