De afgelopen week herinnerde ons er weer eens aan dat iedereen online wél iets te verbergen heeft. Dit alles kwam in beweging door de onbedoeld openbaar gemaakte documenten van de verkenners Jorritsma en Ollongren, die de Kamer na de verkiezingen had aangesteld. Hun verslagen van gesprekken, scenario’s of voorstellen gaven een inkijkje in een doorgaans bewust vertrouwelijk gehouden proces...

...Ik hoop dat – nu de gevoeligheid van informatie zo zichtbaar is geworden – misschien ook in andere gevallen wat bewuster met gegevens zal worden omgegaan. Ik hoop ook dat de Kamer hierin de regie neemt. En dat er op het hoogste politieke niveau meer verontwaardiging komt over het feit dat informatie(systemen) in de praktijk zwaar onvoldoende beschermd worden. Er moet een oplossing komen voor de ongekende kwetsbaarheid van data van burgers in ons land...

...Onbedoeld varen hier containerschepen aan data het land uit. Informatie die elders een functie heeft – criminelen rijk maken bijvoorbeeld of buitenlandse overheden inzicht geven in onze samenleving – kan onze veiligheid of stabiliteit ondermijnen. Ook ziekenhuizen en laboratoria vormen een populair doelwit voor cyberaanvallen en digitale inbraken. Groepen of landen azen op de ingrediënten en productieprocessen van Covid-vaccins om ze zelf na te kunnen maken.

Ik kijk niet alleen uit naar een serieus debat in de Tweede Kamer over de kwetsbaarheid van data in ons land, maar vooral ook naar concrete oplossingen. Die kunnen er alleen komen als het probleem wordt gevoeld en tastbaar wordt gemaakt. Tot dan blijven datalekken duizelingwekkend en onduidelijk tegelijk, en krijgen ze te weinig politieke prioriteit.

Alles bij de bron; NRC