Ingezonden reactie in het NRC van 6 maart 2010;

Dinsdag 2 maart was in NRC Handelsblad te lezen dat het Duitse Constitutionele Hof de wettelijke basis voor de opslag van alle telecomgegevens zes maanden lang, ongrondwettig verklaarde. De correspondent vermeldt dat deze wet een bedenksel was van het Duitse parlement in de hoop hiermee terrorisme te bestrijden.

Was dat maar waar, dan zaten wij in Nederland niet met hetzelfde probleem. Het is namelijk een Europese richtlijn die de lidstaten oplegt om minimaal zes maanden alle verkeersgegevens van telefoongesprekken en e-mails op te slaan.

De Tweede Kamer was akkoord gegaan met een bewaarplicht van een jaar, maar de Eerste Kamer heeft de minister van Justitie onder druk gezet om de termijn terug te brengen naar de termijn die de richtlijn minimaal oplegt: zes maanden.

De ontevredenheid in de Senaat was groot over de wet: niet noodzakelijk, niet effectief en daarom een ongerechtvaardigde inbreuk op de privacy. Alle burgers in het verdachtenbankje zetten leek ons niet proportioneel. Maar wat doe je als parlement als de regering zich eerder al heeft verplicht de richtlijn uit te voeren? Kun je een wet dan nog zelfstandig toetsen aan de grondrechten?

Ik vind dat een nationaal parlement ook bij het omzetten van een richtlijn zijn eigen Grondwet trouw moet blijven, maar een dilemma is het wel. Het Duitse Hof erkent dat ook, maar bindt de uitvoering van de richtlijn wel aan de strengst mogelijke voorwaarden. De Duitse uitspraak biedt Nederland een goede reden om te onderzoeken hoe we de wet minder ingrijpend kunnen maken.

Maar er gloort nog meer hoop uit Brussel: eurocommissaris Reding (Justitie en Mensenrechten) heeft aangekondigd de richtlijn te toetsen aan het Verdrag van Lissabon, waarin het recht op gegevensbescherming een prominente plaats heeft. Bij een negatieve uitkomst zal de richtlijn op de tocht komen te staan. Goed nieuws dus voor de digitale burgerrechten.

Maar terwijl het privacybewustzijn als een dominospel steeds meer lidstaten raakt, is onze Tweede Kamer horende doof en ziende blind. In reactie op het regeringsvoorstel om de termijn te verkorten, houdt het CDA stug vast aan een jaar gegevensopslag en pleit de VVD zelfs voor een verhoging naar anderhalf jaar. Tijd voor verkiezingen.


Tineke Strik

Lid Eerste Kamer GroenLinks