De Kamer stemde gisteren in met de omzetting van de Europese Databewaringsrichtlijn. De Senaat doet vandaag wellicht hetzelfde. De nieuwe wet betekent een serieuze knauw voor het fundamentele recht op privacy. De talrijke bezwaren van mensenrechtenorganisaties en ordes van advocaten werden volkomen genegeerd. Het wetgevende proces verliep verdacht spoedig en ondemocratisch. De Liga voor Mensenrechten overweegt dan ook om de wet aan te vechten bij het Grondwettelijk Hof.
De Dataretentierichtlijn dicteert de opslag van telecommunicatiegegevens van alle burgers met het oog op het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit. België doet er zelfs nog een schepje bovenop doet. De nieuwe wet voorziet dat ook de veiligheidsdiensten de bewaarde data zullen kunnen opvragen. Deze uitbreiding kan er eentje zijn met verstrekkende gevolgen. Zonder de noodzaak van de taken van de staatsveiligheid in vraag te stellen wordt opgemerkt dat dit ruime werkterrein kan leiden tot een te verregaande controle op de maatschappelijke, sociale, politieke of syndicale bewegingen die zich kritisch opstellen tegenover het beleid. De ruime schaal van controle door buitenlandse veiligheidsdiensten zoals onlangs aan de oppervlakte kwam maakt dat alertheid op dit punt op haar plaats is.
Verzet tegen het wetsontwerp wordt steevast weggewuifd als weerwerk van een té principiële privacy-lobby. Verdedigers van de fundamentele rechten en vrijheden van burgers kunnen bezwaarlijk als "lobbyisten" worden beschouwd. Het is typerend voor de degradatie van het begrip mensenrechten dat het verzet in dergelijke termen wordt benaderd.
We hoeven ons niet zonder meer neer te leggen bij de evidentie dat databewaring gebeurt. We moeten terug naar de basis: de Staat heeft niet het recht om iedereen voortdurend te controleren, zonder concrete aanleiding. Dataretentie doet net dat! De Liga voor Mensenrechten zal de mogelijkheden om de wet door het Grondwettelijk Hof te laten toetsen dan ook grondig onderzoeken.
Alles bij de bron; MondiaalNieuws & Liga-4-Mensenrechten