Dat burgemeesters het demonstranten graag lastig maken, wist ik al wel. Het is niet dat er géén vrijheid van demonstratie is, maar die vrijheid staat wel onder druk en moet steeds bevochten worden, schreef ik onlangs.

Maar wat ik niet wist is dat er een politie-inlichtingendienst bestaat waar burgemeesters nauwelijks zicht op hebben en die bovendien functioneert zonder wettelijke basis.

Want er is dus binnen het politieapparaat een Team Openbare Orde Inlichtingen (Tooi) dat burgers bespioneert, en dit team opereert min of meer in het luchtledige. Terwijl de methodes toch een lichte Stasi-geur verspreiden: infiltratie, het schaduwen van mensen, online en fysiek, werken met (betaalde) informanten, speciale vermelding van personen in politieregisters met als code CTER (Contra Terrorisme Extremisme Radicalisering), het delen daarvan met binnen- en buitenlandse opsporingsdiensten ...

... Wat is het luchtledige waarin dit gebeurt? Het Team Openbare Orde Inlichtingen valt niet onder de wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten. De verantwoordelijkheid ligt bij de burgemeesters, als hoofd van de politie. Maar die zijn zich daar nauwelijks van bewust, zo blijkt, en kunnen ook nergens aan toetsen.

“Dit zijn de praktijken van een politiestaat”, zegt hoogleraar strafrecht Sven Brinkhoff. Het klinkt nogal ruig. Dat is het ook. 

Alles bij de bron; Trouw [thnx-2-Niek]