Inlichtingendiensten moeten hun werk kunnen doen om bijvoorbeeld terreuraanslagen te voorkomen. Dat moet soms in het geheim gebeuren, maar daarbij moet altijd sprake zijn van een goede afweging tussen het veiligheidsbelang en het recht op privacy. En als het veiligheidsbelang voorrang krijgt dan dient de overheid daarover open kaart te spelen en niet stiekem grote aantal burgers te bespieden.

Met het op grote schaal volgen en vastleggen van telefoon- en internetverkeer zonder dat sprake is van verdenkingen of andere aanwijzingen en zonder dat burgers daarvan op de hoogte zijn, worden grenzen overschreden. Waar een gebrek aan respect voor de persoonlijke levenssfeer van burgers toe kan leiden is onder meer gebleken tijdens de Tweede Wereldoorlog en in het voormalige Oostblok.

Alles bij de bron; ED