De Europese Commissie begint een nieuwe marktinventarisatie. Het gaat om een ‘verkennend onderzoek’ naar digitale assistenten, slimme horloges en smart home-spulletjes als speakers en camera’s.

Zulke apparaten beloven net zo onmisbaar te worden als computers en smartphones. Ze worden door dezelfde machtige bedrijven gecontroleerd: Apple, Amazon en Google, met hun charmante assistentes Siri, Alexa en de naamloze ‘Hey’ Google Assistent.

Het onderzoek past in een pakket maatregelen om digitale diensten te reguleren. Vestager wil weten of big tech zich wel eerlijk gedraagt in het ontluikende ‘internet of things’ – de verzamelnaam voor apparaten met een netwerkverbinding. Vestager zegt indicaties te hebben dat techbedrijven andere partijen uitsluiten of afremmen als ze gebruik willen maken van die digitale assistenten. Zo veranderen Siri, Alexa en Google Assistent in poortwachters, die de neiging hebben hun eigen diensten voor te trekken.

De nadruk ligt op de consumentensector: smart home-apparaten als slimme speakers, automatische thermostaten, meedenkende deurbellen, wijze wasmachines, clevere koelkasten en lampen die luisteren naar je stem. Ook wearables, draagbare gadgets als fitnesstrackers en slimme horloges, horen bij die categorie. 

Al hoeft de slimme speaker meestal geen complexere taken uit te voeren dan het zetten van de wekker of het afspelen van een liedje, deze gadgets verzamelen veel en zeer persoonlijke gegevens van hun gebruikers.

Ze luisteren ook mee: Europese privacyorganisaties willen daarom strengere eisen voor digitale assistenten, omdat Amazon, Apple en Google audiofragmenten verzamelen om spraakopdrachten beter te begrijpen. Dat deden ze tot vorig jaar zonder hun gebruikers goed te informeren. De privacyproblemen staan los van deze inventarisatie van slimme apparaten.

Alles bij de bron; NRC