Onlangs ontving Jones Joseph (46) een mail van zijn baas. Al weken werkt de marktonderzoeker uit Delhi vanuit huis, zijn kantoor is gesloten vanwege het coronavirus en de lockdown waarin India sinds eind maart verkeert. Maar nu het einde van die lockdown nadert, was het tijd na te denken over hun terugkeer, mailde zijn baas.

Te beginnen met De App. „We moeten allemaal de corona-app van de regering downloaden”, zegt Joseph over de telefoon. „Anders mogen we het kantoor niet in.” 

Aarogya Setu, vrij vertaald ‘gezondheidsbrug’, is India’s variant op het groeiende aantal contacttraceringsapps die landen inzetten om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Via bluetooth en locatiegegevens houdt de app bij waar mensen zijn geweest en met wie ze in contact kwamen, om hen zo te kunnen waarschuwen als ze mogelijk ziek zijn. Inmiddels heeft de app bijna 95 miljoen gebruikers.

Jones Joseph hoort daar nog niet bij. Een app die al je bewegingen en contacten bijhoudt, zit de marktonderzoeker niet lekker. En al helemaal niet als het hem wordt opgedrongen door een regering aan wiens intenties hij „sowieso twijfelt”. „Andere landen zijn transparant en geven hun broncodes vrij, hier weigeren ze dat.”

Terwijl Aarogya Setu’s algoritmes straks bepalen in hoeverre Joseph een risicofactor is en daarmee of hij bijvoorbeeld straks nog wel naar kantoor mag. „Waarom zou ik vrijwillig mijn vingers in het stopcontact steken?”, vraagt hij. „Zo gevaarlijk voelt dit.”

Lang kan Joseph zijn opstandigheid niet volhouden, dat weet hij ook. De mail van zijn baas volgde op een bevel van het ministerie van Binnenlandse Zaken. „Het hebben van de Aarogya Setu-app is vanaf heden verplicht voor werknemers in zowel de publieke als private sector”.

Eerder al werd Aarogya Setu verplicht voor het leger en ambtenaren op ministeries. Ook de honderdduizenden Indiërs die de komende weken gerepatrieerd worden, moeten de app downloaden. Verwacht wordt dat net als in China na de lockdown straks ook een ritje met de metro of bus niet zonder de app zal gaan. Of het reizen naar een andere staat.

In Noida, een satellietstad van hoofdstad Delhi, ging de politie nog een stap verder. Daar riskeren inwoners die de app niet hebben en gebruiken – in het geval ze een smartphone hebben – sinds kort een boete van 1.000 roepies, zo’n 12 euro of ‘bij herhaling’ zelfs een gevangenisstraf die kan oplopen tot zes maanden.

Dit hebben we eerder gezien, verzucht advocaat en grondwet-deskundige Gautam Bhatia. „Zo ging het precies bij Aadhaar.” Aadhaar: het digitale identificatienummer dat in 2010 werd geïntroduceerd en waarvoor Indiërs hun vingerafdrukken en irisscans moesten afgeven. Inmiddels hebben 1,25 van de ruim 1,3 miljard Indiërs dat gedaan.

Ook dat begon vrijwillig, zegt Bhatia. Maar gaandeweg werd het hebben van Aadhaar de sleutel tot vrijwel alles: van het openen van een bankrekening tot het kopen van treinkaartjes. „Dat was een sluipend proces van jaren”, zegt de advocaat. „Wat we zien is dat de pandemie dat flink versnelt.”

Aadhaar werd geplaagd door meerdere veiligheidslekken. Privacy-experts waarschuwen dat dat gevaar opnieuw dreigt en dat de app bovendien de deuren opent naar nieuwe vormen van surveillance door de regering. Vooral omdat India geen aparte datawet noch een onafhankelijke toezichthouder heeft die de privacy van gebruikers beschermt.

Alles bij de bron; NRC