Tineke werd in 2007 dood gevonden bij een psychiatrische kliniek. Vermoord, denkt haar zoon Peter. Hij start nu een petitie. Het beroepsgeheim van de psychiater heeft, volgens hem, het politieonderzoek en de waarheidsvinding ernstig belemmerd.

Na 3 dagen te zijn vermist, werd Peters moeder in november 2007 dood gevonden in een ondiep slootje nabij de psychiatrische kliniek. Tinekes dood werd gezien als een ongeluk of zelfmoord. Maar hij weet zeker dat zijn moeder Tineke geen natuurlijke dood is gestorven.

Een maand na de dood van Tineke werden bij dezelfde inrichting ook een 60-jarige moeder en haar zoon van 32 dood in het water aangetroffen. Zij zijn vermoedelijk met geweld om het leven gebracht. Weer een paar maanden later ligt er een 78-jarige patiënte uit de kliniek levenloos op het terrein, eveneens in een slootje. 

Ook de politie vond de 4 overleden personen verdacht. De recherche deed lang onderzoek naar een mogelijk verband tussen verschillende zaken. Helaas werd het mysterie nooit opgelost. "Als de politie in de dossiers had mogen kijken, hadden we misschien antwoorden gekregen", denkt Peter. "Maar de kliniek weigerde inzage. "De kliniek beriep zich namelijk op de privacy van patiënten en het medisch beroepsgeheim.

De dood van zijn moeder werd weer opgerakeld toen recentelijk de zaken van Michael P. en Thijs H. in de publiciteit komen. "Daar lag het medisch beroepsgeheim en de privacy van de patiënt onder vuur, net zoals bij mijn moeder", zegt Peter. Hij vindt het medisch beroepsgeheim een groot goed, maar niet als het gaat om moord. "Is de psychiatrie er voor om criminelen te beschermen? Er bestaat toch zoiets als gewetensnood? Bij moord moet de psychiater verplicht melden."

Momenteel trekt Peter het land in om voor een petitie handtekeningen te verzamelen. "Ik wil dat de wet wordt aangepast, waardoor artsen bij moord openheid van zaken moeten geven. Het is vreemd dat de rechten van patiënten zo veel zwaarder wegen dan die van nabestaanden."

Alles bij de bron; 1Vandaag