De Chinese telecomconcerns ZTE Corp en Huawei  liggen al jaren onder vuur van de Verenigde Staten. Recent neemt ook de aandacht toe voor hun aandeel in de Chinese surveillance-industrie, die steeds beter zijn weg vindt naar andere autocratische regimes of staten met gemankeerde rechtssystemen.

In 2014 maakte Human Rights Watch al bekend dat ZTE heeft bijgedragen aan een systeem waarmee het toenmalige Ethiopische regime de telefoongesprekken van oppositieleden aftapte. De opnames werden gebruikt bij hardhandige verhoren. Geavanceerder is de ‘vaderlandskaart’ waarmee Venezolanen bonussen kunnen incasseren in ruil voor persoonlijke gegevens, waaronder hun stemgedrag. Dit systeem is losjes gemodelleerd naar het Chinese sociale kredietsysteem.

Onlangs berichtte The New York Times dat die andere Chinese telecomgigant, Huawei, surveillance-technologie levert aan Ecuador. Dit systeem – mede ontwikkeld door het Chinese, door de staat gecontroleerde bedrijf CEIEC – bevat ruim 4.000 camera’s waarmee de openbare ruimte in de gaten wordt gehouden. Het doel is criminaliteitbestrijding, maar de beelden worden ook doorgestuurd naar de inlichtingendienst. Het systeem is gefinancierd met Chinese leningen.

In september kondigde de Servische overheid aan dat Huawei duizend camera’s met gezichtsherkenningsfunctie zal leveren om de veiligheid in Belgrado te verbeteren. De Servische mensenrechtenorganisatie SHARE Foundation kreeg in antwoord op vragen aan het ministerie van Binnenlandse Zaken te horen dat de exacte locaties van de camera’s geheim blijven. Volgens SHARE is het ook onduidelijk hoe de verzamelde persoonsgegevens beschermd zullen worden.

Alles bij de bron; NRC