Moeten we de handdoek in de ring gooien en ons erbij neerleggen dat onze privacy voorgoed verloren is? Nee, zegt de Belgische ingenieur Yves-Alexandre de Montjoye, een van de vertrouwenspersonen van Margrethe Vestager, de Deense Europese commissaris voor Mededinging.

Wetgeving kan wel degelijk een dam opwerpen. ‘En Europa is daarin de gangmaker.’

Als specialist in big data heeft de Montjoye zopas een studie afgerond waarvan de conclusies velen koude rillingen zullen bezorgen. Amper vier gegevens over ruimte en tijd die onze smartphone verzamelt, volstaan om ons te identificeren in een massa van anderhalf miljoen mensen. Net zo gemakkelijk kan onze kredietkaart geïdentificeerd worden te midden van 1 miljoen andere kaarten. Dat geeft een idee van de hoeveelheid privé-informatie die we elke dag toevertrouwen aan de internetgiganten. De Montjoye schreef het rapport in opdracht van Vestager. 

"Wat onze studie over die tijds- en ruimtelijke metagegevens aantoont, is dat de traditionele anonimisering niet meer werkt. Toegegeven, er is geen sluitende oplossing. Wel kan de toestand aanzienlijk verbeteren, laten we zeggen met 80 à 95 procent. Een zogenaamde trade-off is haalbaar, een afweging waarbij het ene toeneemt en het andere afneemt. In dit geval kunnen we een compromis bereiken tussen enerzijds het ontwikkelen van diensten die de big data gebruiken, en anderzijds de bescherming van de privacy."

Alles bij de bron; deTijd