Het hooggerechtshof in India heeft het identificatieprogramma Aadhaar, waarin de biometrische data van meer dan een miljard mensen wordt opgeslagen, als legaal bestempeld. Er waren heel wat bezwaren en klachten ingediend tegen het programma, onder andere wegens de schending van het recht op privacy. 

Het hof verordende dat het Aadhaar-nummer niet gekoppeld kan worden aan een bankrekeningnummer en een gsm-nummer en niet door privé-bedrijven en scholen kan verplicht worden. Een koppeling aan bijvoorbeeld het belastingnummer oordeelde een meerderheid van de vijf rechters echter wel als conform met de grondwet.

De meeste van de 1,3 miljard inwoners van India hebben intussen een Aadhaar-identiteitskaart met een 12-cijferig nummer, waaronder de persoonlijke en biometrische gegevens in een centrale databank zijn opgeslagen – scans van de iris en vingerafdrukken inbegrepen.

Aadhaar (‘basis’ in het Hindi) werd in 2009 geïntroduceerd om fraude in sociale uitkeringen tegen te gaan. De regering van premier Narendra Modi -sinds 2014 in functie- heeft het programma aanzienlijk uitgebreid en maakte de ID-kaart verplicht voor meer en meer diensten. Problemen met de uitvoering van het systeem leidden er echter bijvoorbeeld toe dat arme Indiërs dringend nodige gesubsidieerde rijst niet meer kregen. Activisten verwijten de regering dat mensen zijn omgekomen van de honger. En ook hackers hebben inmiddels hun weg gevonden naar de databank. Critici spreken bovendien van een politiestaat.

Alles bij de bron; Metro