Als het aan de Tweede Kamer ligt, krijgen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten bevoegdheid om het internetgedrag van miljoenen burgers ongericht en op grote schaal af te tappen met een sleepnet.

In de schaduw van de net begonnen campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen op 15 maart heeft een rechts-conservatieve Kamermeerderheid vorige week nog even snel ingestemd met een even extreem-autoritair als waanzinnige aanslag op onze privacy.

De aftapbevoegdheid van de geheime dienst kent nauwelijks enige beperkingen. In het wetsvoorstel zijn wel de algemene beginselen proportionaliteit, subsidiariteit en noodzakelijkheid opgenomen maar deze beginselen hebben weinig betekenis als deze niet leiden tot substantiële wettelijke beperkingen van de aftapbevoegdheden om de privacy van burgers te waarborgen. Hierdoor hebben de geheime diensten een te grote autonomie om te bepalen wat proportioneel en noodzakelijk is. Ondanks deze bijna onbeperkte bevoegdheid om internetgegevens van burgers op grote schaal af te tappen, framet Plasterk dit als doelgericht en proportioneel door deze interceptie onderzoeksopdrachtgericht te noemen. Als de onderzoeksopdracht breed genoeg is, wat het geval is bij fenomeenonderzoeken van de AIVD, dan wordt grootschalige interceptie noodzakelijk en proportioneel geacht. Dit biedt dus geen enkele waarborg voor de privacy van de burger.

Zelfs de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CITVD) vindt het lukraak en op grote schaal aftappen van burgers veel te ver gaan. De CITVD vindt de waarborgen in de wet onvoldoende voor verantwoorde databeperking. Met andere woorden: de schending van de privacy is door dit wetsvoorstel te groot. Daarom adviseert de toezichthouder om de wet op vijf punten aan te scherpen. Ook de Autoriteit Persoonsgegevens ziet geen enkele noodzaak voor het grootschalig aftappen van grote groepen burgers. Volgens de Autoriteit is het wetsvoorstel in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Ook de Raad voor de Rechtspraak en de Raad van State hebben flinke kritiek op dit wetsvoorstel, met name het gebrekkig toezicht op het gebruik van de vergaande aftapmogelijkheden door een toetsingscommissie, wiens onafhankelijkheid onvoldoende is gewaarborgd en alleen de rechtmatigheid mag beoordelen zonder dat ze de informatie van de AIVD mag inzien. Waar de Britse en de Duitse geheime dienst de afgetapte gegevens korter dan 1 jaar bewaren, bewaart Plasterk deze gegevens maar liefst drie jaar en verstrekt ze ook nog eens ongezien en onbewerkt aan buitenlandse geheime diensten.

Met dit wetsvoorstel wordt wel heel veel macht toegekend aan de staat, waar nauwelijks controle op is. Machtsmisbruik dat gepaard zal gaan met enorme privacyschendingen ligt dan in het verschiet. Zo gaat de Tweede Kamer om met de vrijheden van haar burgers. Aan dit Nederlandse equivalent van de Patriot Act, dat ook heel snel door het parlement werd geramd, is drie jaar gewerkt, maar het moest nog even snel voor de verkiezingen door de Tweede Kamer worden aangenomen, zonder dat hier een noemenswaardig publiek debat aan vooraf is gegaan.

Uit een opinieonderzoekje zou blijken dat een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking voorstander is van het massaal aftappen van het internetgedrag van burgers met sleepnet, zonder dat die bevolking enig benul heeft van de verstrekkendheid van dit extreme wetsvoorstel. Het domme controlestaatmotto – wie niets te verbergen heeft, heeft niets te vrezen – is er kennelijk goed ingeramd, gelet op het gebrek aan democratisch protest tegen deze wettelijke uitholling van het grondrecht privacy. Alleen wat privacyfetisjisten maakten bezwaar tegen dit wetsvoorstel.

De dagen van de Snowdenonthullingen, toen privacy belangrijker werd gevonden – de Eerste Kamer nam toen zelfs een motie aan waarin de regering werd opgeroepen om af te zien van een nieuwe ronde uitbreidingen van bevoegdheden voor inlichtingen- en veiligheidsdiensten – lijken ver achter ons te liggen. Door de terreuraanslagen in Frankrijk, België en Duitsland is het debat over terrorismebestrijding weer omgeslagen in het voordeel van (schijn)veiligheid.

De nieuwe bevoegdheden – ongericht aftappen, drie jaar bewaren, onbeperkt koppelen, hacken, geheime DNA-databank en onbeperkte ruwe data uitwisselen met buitenlandse inlichtingendiensten – voor de geheime dienst zouden noodzakelijk zijn om Nederland veilig te houden en terroristische aanslagen in Nederland te voorkomen. Nou wil het ironische toeval dat sinds de moord op Van Gogh door Mohammed B. in 2004 geen terroristische aanslag meer in Nederland is gepleegd. Uit verschillende studies is gebleken dat massasurveillance helemaal geen effectief middel is in het opsporen van terreurcellen.

Lees meer berichten op Sargasso.