Het OM krijgt meer wettelijke bevoegdheden om online-criminelen aan te pakken. Een nieuwe wet maakt het mogelijk hackers ‘terug te hacken’. Privacy-voorvechters, SP, D66 en GroenLinks vrezen het hellend vlak.

De wet heet Wet computercriminaliteit III. In de eerste Wet computercriminaliteit, in 1993, werd hacken strafbaar. En nu, in de derde versie, willen opsporingsambtenaren juist zelf apparaten kunnen hacken. Straks mogen zij zwakke plekken in software, bijvoorbeeld programmeerfouten, gebruiken om in te breken in elk mogelijk apparaat. Dat kan een computer zijn, maar bijvoorbeeld ook een smartphone, beveiligingscamera, navigatiesysteem of slim horloge. Door op afstand computers en smartphones binnen te dringen, hoeven politie en OM zich minder aan te trekken van landsgrenzen.

Dus straks krijgen criminelen te maken met agenten die op afstand meekijken door hun smartphonecamera of meelezen met documenten op hun laptop. Het Openbaar Ministerie wil bijvoorbeeld op afstand spyware kunnen installeren die bijhoudt wat iemand intypt op zijn toetsenbord. Of met wachtwoorden die via een telefoontap zijn verkregen rustig bewijs kunnen verzamelen op bijvoorbeeld een Google Docs-account. Soms mag justitie gegevens ontoegankelijk maken.

Maar er is veel kritiek op die wet, vooral van D66, SP, GroenLinks en privacyvoorvechters. Zij zien het niet zitten dat de politie voor het inbreken gebruik mag maken van nog onbekende ‘mazen’ in computerprogramma’s en apps. Ze schetsen het beeld van rechercheurs die in de krochten van het internet, het dark web, waar veel anonieme criminele activiteiten plaatsvinden, geld betalen voor informatie over deze nog zwakke plekken in software waar de fabrikant niet van weet. Sterker nog: het hele internet wordt onveiliger als de politie meedoet aan de handel in zwakke software, zeggen zij.

Alles bij de bron; NRC