Minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders (PvdA) riep deze week op tot de oprichting van een 'Europese CIA'.  Een nieuwe Europese organisatie zou aanslagen zoals vorig jaar in Parijs kunnen voorkomen. Dit is zowel een onhaalbaar als naïef plan. 

Om te beginnen blijven inlichtingendiensten sterk afhankelijk van de nationale wetgeving, cultuur en taal. De belangen van Europese landen kunnen daarom sterk verschillen. Bovendien bestaan er al Europese samenwerkingsverbanden zoals de Counterterrorism Group waarin dertig Europese landen informatie delen. Dit verband is succesvol omdat het informeel gebeurt op basis van wederzijds vertrouwen. Juist onze AIVD speelt hierbij een leidende rol. 

Daarnaast wordt bilateraal goed samengewerkt tussen diensten op basis van persoonlijke contacten en quid pro quo. Hier geldt de zogenaamde 'derde land-regel': wat ik deel kan niet zomaar worden doorgespeeld naar een ander. Om dan in Brussel 28 lidstaten te verplichten inlichtingen te delen zou dan zelfs averechts kunnen werken.

Koenders lijkt ook te vergeten dat nieuwe bureaucratie altijd voor nieuwe problemen zorgt. Grote fusies leiden zelden tot het resultaat zoals in een eerder stadium werd beloofd door een enthousiaste bestuurder. Tenslotte kunnen ook de juridische complicaties niet achterwege blijven. Bijzondere inlichtingenmethoden hebben hun basis in nationale wetgeving. Hiervoor gaat complexe Europese wetgeving geen uitkomst bieden, hoe graag Europese politici dat ook zouden willen.

Dit laat onverlet dat er in de huidige situatie fouten worden gemaakt en inlichtingen niet gedeeld worden, zoals bij recente aanslagen. De oproep van Koenders om dit zoveel mogelijk te voorkomen onderschrijf ik. Maar een Europees praathuis met 28 nationaliteiten gaat niet tot het gewenste resultaat leiden. 

Alles bij de bron; Volkskrant