Over de inlichtingendienst BVD – nu AIVD – is het niet gemakkelijk een gesprek te voeren: de inherente schimmigheid wekt argwaan. Dat beeld nuanceert historicus Constant Hijzen. Sommige kabinetten wilden verder gaan met spioneren dan de brave BVD .

Schoothondjes van de CIA. Specialisten in bangmakerij. Een staat in een staat. De etiketten die de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en haar opvolger Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) in de loop der tijd kregen opgeplakt, kunnen complimenteuzer. Als het over de inlichtingendienst gaat „mogen we kiezen tussen dom en slecht”, schamperde diensthoofd Andries Kuipers in 1975 tegen een journalist van Het Vrije Volk. Als de inlichtingendienst niet als een stelletje amateurs werd gezien, dan toch wel als gevaar voor democratie en rechtsstaat.

Het is heel moeilijk om een zakelijk en geïnformeerd discours over inlichtingen- en veiligheidsdiensten te voeren, constateert historicus Constant Hijzen. Hij promoveert deze woensdag op de geschiedenis van de Nederlandse veiligheidsdiensten. De handelseditie van zijn proefschrift verschijnt onder de titel Vijandbeelden, de veiligheidsdiensten en de democratie 1912-1992...

...De opkomst van privacygroepen zoals Bits of Freedom en Privacy First en het gemakkelijker beschikbaar komen via internet van allerlei informatie over de diensten, versterken het activistische karakter van veel publicaties. „De dienst vindt tegenwoordig een veeleisende maatschappij en journalistiek tegenover zich”, constateert Hijzen. „Die hebben op basis van open bronnen inmiddels een aardig beeld van wat de diensten doen. Publiek en pers accepteren daardoor niet meer bij voorbaat het verhaal van de AIVD: ja, het staat nu eenmaal in de wet dat we dit moeten doen, dus vertrouwt u ons nou maar.”

De introductie van de nieuwe Wet op de Inlichtingendiensten liep dan ook behoorlijke vertraging op. De AIVD kwam, zij het laat, wel in het geweer: „Wie biedt de heer Snowden nou echt tegenspel?”, zei AIVD-baas Rob Bertholee bijvoorbeeld in mei 2015 tegen NRC. Maar de achterstand bleef. De sleepnetmetafoor blijft betrekkelijk ongehinderd rondspoken, constateert Hijzen.

Hij hoopt dat de AIVD, het ministerie van Binnenlandse Zaken en andere overheidsorganisaties een actief informatiebeleid gaan voeren in de aanloop naar de parlementaire behandeling van de nieuwe Wet op de Inlichtingendiensten. „‘Democracy is government by explanation’, zei de Britse minister Balfour ooit. Leg uit, informeer, ga in gesprek, juist over iets ingewikkelds als deze wet”, zegt Hijzen.

Daarnaast vraagt de promovendus zich af of het parlementaire controlestelsel nog wel adequaat is. Kijk naar de Duitse Bundestag, die juist een actieve rol speelt bij de controle op de inlichtingendiensten. „Daar zitten juist de specialisten uit de fractie in de commissie-stiekem, omdat die meer expertise en tijd hebben dan de fractieleiders. Dat levert een beter debat op.”

Alles bij de bron; NRC