De privécommunicatie van duizenden Nederlanders is in handen gekomen van het Australische technologiebedrijf Appen. Het betreft telefoon- en chatgesprekken uit 2010 en 2011. Volgens telecomdeskundigen kan het niet anders dan dat de communicatie is afgetapt door de Britse inlichtingendienst GCHQ en aan Appen is gegeven voor het verbeteren van software die spraak naar tekst omzet.

Het gebruik van de privécommunicatie is bij toeval ontdekt door een voormalig medewerker van het Australische bedrijf, die haar bevindingen heeft gedeeld met de Volkskrant. Zij is Nederlandse en werkte in 2011 vanuit Groot-Brittannië voor Appen en moest duizenden audiofragmenten beschrijven.

In de korte fragmenten hoorde ze Nederlanders met elkaar bellen en chatten. Opvallend vaak ging het om taxichauffeurs in de regio Den Haag. In een van die fragmenten herkende ze de stem van haar ex-vriend die bij zijn nieuwe vriendin een voicemail insprak. Het was een bericht van een paar weken daarvoor. De ex-vriend belde via Vodafone en heeft nooit toestemming gegeven voor het delen van zijn communicatie. Hij bevestigt de gang van zaken.

Twee hooggeplaatste medewerkers van grote telecombedrijven, die bekend zijn met aftapverplichtingen maar alleen anoniem hun verhaal willen doen, zeggen dat gesprekken en data van hun klanten onder geen beding aan derde partijen worden gegeven, behalve als het politie- of veiligheidsdiensten zijn.

Telecomexpert René Pluijmers van het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau denkt aan een veiligheidsdienst. 'De Britse dienst GCHQ tapt tientallen glasvezelkabels die ook uit Nederland komen en heeft sinds 1981 ervaring met spraakherkenning. Zij hebben een belang om gesprekken en data geautomatiseerd te identificeren. Aan Appen kunnen ze getapte gesprekken geven om de software te verbeteren die dit kan.'

Alles bij de bron; Volkskrant