Georgy Malets heeft de anti-Kremlinbetoging uiteindelijk niet bereikt. De Russische fotoblogger wil eind januari zijn steun betuigen aan de gevangengenomen oppositieleider Alexej Navalni, maar, zo schreef persbureau Reuters in februari dit jaar, technologie gooide roet in het eten. Malets werd onderweg herkend, ingerekend en in hechtenis genomen. Met dank aan gezichtsherkenningstechnologie in de Moskouse metro.
Rusland is niet het enige land dat steeds meer gebruikmaakt van gezichtsherkenningstechnologie. Al jaren houden vele tienduizenden grote en kleine camera’s in China het doen en laten van burgers in de gaten.
Gezichtsherkenning mag dan omstreden zijn, de technologie wordt steeds meer gemeengoed. Oók in Nederland, waar Limburgse feestgangers afgelopen zomer lange wachtrijen op festivals konden passeren door even in een camera te kijken...
...bezorgde burgers zien in de aanwezigheid van de camera’s de voortekenen van een dystopische, naargeestige samenleving met gezichtsherkenning als een middel om de bevolking in toom te houden.
Jeroen van Rest, onderzoeker bij TNO, wil de voordelen van gezichtsherkenning niet ontkennen. Op het gebied van identiteitsmanagement, waarbij wordt gecontroleerd of de houder van een paspoort ook de daadwerkelijke eigenaar is, ziet hij grote kansen. „Maar”, benadrukt Van Rest, „technologie is niet waardevrij.”
Burgers nemen volgens hem te gemakkelijk aan dat er al is nagedacht over de waarden achter technologie of denken daar te weinig over na. „Dat is bedreigend. Het lijkt me onvermijdelijk dat we gaandeweg geconfronteerd zullen worden met suggesties voor toepassingen waarvan we bij nader inzien zullen concluderen dat die onwenselijk zijn.”
Veldhuis, die ook na zijn pensioen nog onderzoek naar privacy doet aan de Universiteit Twente, is bezorgd dat gezichtsherkenning zal worden gebruikt om burgers te volgen in de publieke ruimte en op internet – waar ze zich vooral blootgeven op sociale media. „Doordat ze foto’s van zichzelf en anderen delen, inclusief hun locaties en activiteiten, wordt het mogelijk om grote hoeveelheden gegevens over personen te verzamelen en te combineren tot een profiel. Het is niet alleen de vraag of zo’n profiel correct is, maar ook of je wilt dat zo’n profiel, correct of niet, wordt gebruikt tijdens de selectie bij een sollicitatie of bij het afsluiten van een verzekering. Dat soort praktijken mogen dan misschien strijdig zijn met wet- en regelgeving, ze zijn moeilijk aantoonbaar en niet uit te sluiten.”
Om dat te voorkomen, zouden politici, wetenschappers en bedrijven in Nederland zich vooral moeten richten op het verantwoord toepassen van gezichtsherkenning in situaties waarin de technologie een probleem kan oplossen, denkt Veldhuis. „Dat betekent: zorgen voor goede regulering, gebruik binnen de grenzen van de wet, en voorlichting en toestemming van gebruikers. Én voor alternatieven.”
Voor gebruik van gezichtsherkenning bij toegangscontrole is altijd instemming van de gebruiker vereist, legt de hoogleraar uit. „En er moet een alternatief zijn voor gebruikers die geen gezichtsherkenning willen gebruiken. Bij opsporing door de politie moet het gebruik van gezichtsherkenning ook juridisch zijn afgedekt. Het willekeurig volgen van burgers is onwenselijk en in strijd met de Europese privacywetgeving. Volgens de AVG moeten beslissingen bovendien uitlegbaar zijn én hoort de eindverantwoordelijkheid bij een mens te liggen.”
„Maar het is belangrijk dat burgers onderscheid kunnen maken tussen wenselijk en onwenselijk gebruik. Daarvoor is goede voorlichting belangrijk.”
Alles bij de bron; RD