De essentie van privacy is dat informatie over ons doen en laten binnen de oorspronkelijke context blijft. Wat we aan onze huisarts vertellen moet niet ineens opduiken in de supermarkt. Leerlingen mogen op school fouten maken zonder dat derden die informatie buiten de school voor andere doeleinden gebruiken.
 
Wanneer we privacy zo omschrijven, is iedereen er voorstander van. We zijn de afgelopen jaren echter bestookt met demagogische uitspraken als: ‘Privacy is de schuilplaats van het kwaad’ en ‘Wie niks te verbergen heeft, heeft ook niks te vrezen’. Dit doet geen recht aan het subtiele karakter en het grote maatschappelijke belang van privacy. Ons functioneren als vrije, autonome individuen staat of valt met privacy. Hoe kunnen we die beschermen?
 
Om de problemen te verduidelijken, presenteer ik hier stellingen, drogredeneringen en ten slotte aanbevelingen voor het nieuwe kabinet (en onszelf).
 
Stellingen
1. Gegevensstromen bepalen wie de macht heeft
2. Privacybescherming kan niet zonder digitale technieken
3. De politiek kan ICT-ontwikkelingen wel degelijk reguleren
4. Achteraf gezien is het optimisme over vrijheid en transparantie door internet naïef 
 
Drogredeneringen
1. Iedereen zet toch immers z’n hele hebben en houwen op Facebook?
2. We zoeken een balans tussen veiligheid en privacy
3. We kunnen doen wat we willen, want de gebruiker is akkoord
4. We moeten al uw gegevens hebben voor betere gezondheidszorg
5. Als we die data niet mogen verwerken, leggen we het af tegen onze Amerikaanse concurrenten
6. We tonen u uitsluitend advertenties die u wilt zien
 
To do
1. Beschouw privacy en gegevensbescherming als ‘het nieuwe groen’
2. Maak gegevensbescherming onderdeel van de cybersecurity-agenda
3. Bescherm mensen, soms zelfs tegen zichzelf
4. Herken en bescherm ‘de publieke zaak’ in de digitale wereld
5. Introduceer nieuwe rechten om informatie te ontvangen zonder toezicht en profilering
6. Behandel grote ICT-ondernemingen als nutsbedrijven en dwing ze tot opsplitsing
 
Alles bij de bron; Trouw