Een berichtje van Google: “We hebben uw foto’s op soort gesorteerd. U vindt het resultaat in map zus en zo.” En een week later: “We hebben uw foto’s nu een kleurtje gegeven. Lekker knallen!” Ik knipperde twee keer met mijn ogen. Las ik het goed? Zat Google zomaar in mijn mobiele telefoon te rommelen?

Ik vertelde het een vriend, en die begreep mijn verontwaardiging niet. “Zo gaat dat tegenwoordig.” Totdat ik een vergelijking trok met het analoge tijdperk. “Stel”, zei ik, “dat je uit je werk thuiskomt en je treft op tafel al je fotoboeken. Ernaast ligt een briefje: ik heb even je albums doorgebladerd, en ben tot een andere rangschikking gekomen: vakantiefoto’s Kreta zitten nu in het album Zuid-Europa. Hartelijke groet, je overbuurman.”

“Tja”, reageerde mijn vriend, “nu je het op die manier brengt, klinkt het inderdaad absurd. Als je dat nu eens zo opschrijft in de krant?” Wel, bij deze dus. Overigens, ik heb de bemoeizucht van Google misschien aan mezelf te danken. Vaak stem je ongemerkt in met bepaalde voorwaarden. Of je bent daartoe, op straffe van uitsluiting van belangrijke services, bijna wel gedwongen.

...We hebben dankzij Google c.s. geen privacy meer. Dat is geen nieuws, ik weet het. En we krijgen er allerlei gemakken voor terug, ook dat weet ik. Toch blijft het me verontrusten dat anonieme krachten zo intens in onze levens kunnen doordringen. En dat de democratische controle zo amechtig tekortschiet. Op het moment dat Google alles al van ons afwist, kwam de politiek met een privacywet waarbij we, ook als we voor de honderdste keer dezelfde website bezoeken, telkens weer moeten intoetsen dat we de cookies aanvaarden.

Privacywetgeving is, zo weet iedereen, een ontzettende sta-in-de -weg bij het regelen van de meest onschuldige, praktische kwesties. Zo vroeg ik recent aan de tennisvereniging of ze me een lijstje konden appen van tennisliefhebbers in mijn wijk. Antwoord: “Nee, dat mag niet vanwege de Europese privacywet.”

Als ik op een mooie zondagmiddag een balletje wil slaan met mijn buurman ben ik een gevaar voor de privacy. Maar als ik met mijn mobiele telefoon te dicht langs een schoenenzaak loop, heb ik diezelfde avond nog een advertentie voor sneakers in mijn tijdlijn. Daar is een woord voor: privacy-schizofrenie.

Alles bij de bron; Trouw