Onvermoeibaar werkt Jan Holvast (79) aan zijn levenswerk: het vastleggen van alles wat in de Nederlandse geschiedenis met privacy te maken heeft. De noodzakelijke bescherming van dat recht én (vermeende) schendingen ervan staan anno 2020 volop in de schijnwerpers. Niks nieuws onder de zon, zegt Holvast. In zijn pas verschenen ’Kroniek van de Privacydiscussie’ - een dikke pil van 850 bladzijden die het onderwerp tot aan de jaren negentig behandelt - toont hij aan dat de geschiedenis zich keer op keer herhaalt.

Jan Holvast heeft niet zo veel op met de kortingskaart van de supermarkt om de hoek, in zijn woonplaats Landsmeer. Hij heeft er stevige discussies over met de supermarktmanager en met het hoofdkantoor, maar de kaart neemt hij niet. Hij zit niet op Facebook, Twitter, Instagram of andere sociale media, hij heeft een oude telefoon waarmee hij kan mailen en sms-en, maar beslist niet whatsappen. Het is niet dat hij zich te oud voelt om zich aan zulke communicatiemiddelen over te geven. Hij vindt gewoon dat jan en alleman niet alles van hem hoeft te weten. Ook de overheid niet.

Alles bij de bron; LeidschDagblad [betaalmuur artikel]