Het kabinet wil dat dna uit commerciële databanken gebruikt kan worden bij het oplossen van moordzaken. Dat betekent dat als je ooit hebt uitgezocht hoeveel procent je Scandinavisch bent, jouw dna in een moorddossier kan belanden. Privacy-experts zijn kritisch.
....Noorwegen en Zweden forceerden al doorbraken, in Nederland wordt de methode al in twee onopgeloste zaken ingezet, bij wijze van proef, waarvoor speciaal toestemming werd gegeven. Weliswaar nog zónder resultaat, maar het nieuwe kabinet ziet er heil in.
In een klein zinnetje in het coalitieakkoord staat te lezen: ,,Er wordt bij cold cases ingezet op het gebruik van genealogische dna-databanken.” Hoe en wat is nog onbekend. Maar in potentie is het ingrijpend.
Wereldwijd zouden er meer dan 37 miljoen profielen in commerciële databanken zitten. Ter vergelijking: het NFI, zeg maar het laboratorium van de opsporingsinstanties in Nederland, heeft momenteel bijna 400.000 profielen van veroordeelden en verdachten opgeslagen. De commerciële dna-databanken zijn in principe dus een goudmijn.
Nina de Groot, promovenda bio-ethiek van de Vrije Universiteit Amsterdam volgt dit onderwerp nauwgezet en is verbaasd over het ‘gebrek aan discussie’ over de dilemma’s die de dna-mogelijkheden met zich meebrengen. ,,Het gaat heel snel. Het Openbaar Ministerie kwam al met een proef in ons land die de niet door de Tweede Kamer is behandeld. Nu lijkt het nieuwe kabinet al volgende stappen te willen zetten.”
Wat De Groot het meest dwarszit – en experts en advocaten zeggen haar dat na – is dat mensen die nooit iets naar de dna-databanken hebben opgestuurd, toch bij een politieonderzoek in beeld kunnen komen.
Uit berekeningen blijkt namelijk dat in de VS slechts 2 procent van alle burgers van Europese afkomst in een dergelijke databank hoeft te zijn opgenomen, om vervolgens van meer dan 99 procent van alle Amerikaanse burgers van Europese afkomst een verwant te kunnen identificeren. De Groot: ,,Met andere woorden, als mijn achterneef toestemming heeft gegeven, kan ik in beeld komen bij de overheid, als het om strafzaken gaat. Dit roept natuurlijk nogal wat vragen op met het oog op privacy.”
De dna-bedrijven vragen weliswaar– vaak – de klant expliciet om toestemming om gegevens ook te mogen delen met opsporingsdiensten. Maar: wie leest alle voorwaarden nu werkelijk? En hoe veilig is het dan?
Bij een hack van het Amerikaanse 23andMe werden vorig jaar nog de dna-gegevens van 6,9 miljoen mensen gelekt. Het ging om stambomen, maar ook om gezondheidsinformatie die gebaseerd was op de dna-analyse van gebruikers. Daar zaten ook Nederlandse klanten tussen.
Het is wonderlijk: we willen om goede redenen niet een nationale dna-databank, maar over de commerciële dna-databanken is nog maar beperkt discussie. Terwijl mogelijk in de toekomst door de 2 procents-regel eigenlijk een soort achterdeur kan worden gecreëerd waardoor je met een omweg vrijwel iedereen zou kunnen identificeren.”
Alles bij de bron; AD