De politie gaat meer gezichtsherkenningstechnologie gebruiken. Met nieuwe software kan de politie verdachten, getuigen of slachtoffers terugvinden in grote hoeveelheden beeldmateriaal, bijvoorbeeld van beveiligingscamera's of in beslag genomen smartphones.

Er klinkt ook kritiek: "Het risico is dat de politie gezichtsherkenning gaat inzetten op een manier die we niet willen."

Met het nieuwe systeem FaceF1nder kan de politie gezichten zoeken in omvangrijke collecties foto's of video's. Tot nu toe is FaceF1nder in één onderzoek gebruikt, maar de politie wil de software op structurele basis kunnen inzetten. 

De politie kan FaceF1nder gebruiken om na een misdaad te zoeken in tientallen beveiligingscamera's over een periode van enkele weken. Of in alle foto's en video's op een in beslag genomen smartphone. De politie kan zoeken waar het gezicht van verdachten terugkomt, maar ook van andere betrokkenen in een zaak, zoals getuigen of slachtoffers.

Voordat de politie gezichtsherkenning op een nieuwe manier mag inzetten, bepaalt een interne commissie of dat mag. De commissie weegt af of de inzet juridisch (mag het?), technologisch (kan het?) en ethisch (willen we het?) toelaatbaar is.

Die interne controle leidt tot kritiek van onder meer Amnesty. "Het is niet aan de politie om zelf te bepalen wanneer ze gezichtsherkenning inzetten", vindt Vera Prins, die het onderwerp voor de mensenrechtenorganisatie volgt. De beslissingen over welke plannen worden goed- en afgekeurd en waarom, zijn bovendien niet openbaar. "Dat vinden we zorgelijk", zegt Prins.

Hoogleraar digitale surveillance Marc Schuilenburg sluit zich daarbij aan. "We weten niet waar de politie intern allemaal toestemming voor geeft. Zetten ze gezichtsherkenning alleen in bij zware misdrijven, of ook bij verkeersovertredingen?"

Tot dit jaar gebruikte de politie maar één systeem met gezichtsherkenning: CATCH. Daarmee kan de politie de identiteit van verdachten achterhalen.

Dat systeem bestaat al jarenlang uit twee gezichtendatabases. Een database bevat verdachten en veroordeelden, de ander vreemdelingen (mensen van buiten de Europese Unie, zoals asielzoekers, gastarbeiders of buitenlandse studenten). Daar komt een derde database bij.

Daarin bewaart de politie beelden van verdachten die op beeld zijn vastgelegd, maar waarbij het niet lukte om dat beeld te koppelen aan een naam. De politie kan al die verzamelde opsporingsbeelden vergelijken met nieuwe mugshots: portretfoto's van verdachten die op het politiebureau worden genomen. Zo kan na een aanhouding blijken dat een verdachte al eerder is gefilmd en mogelijk nog meer op zijn kerfstok heeft.

De CATCH-uitbreiding en FaceF1nder zijn twee nieuwe manieren waarop de politie gezichtsherkenning wil inzetten. CATCH is bedoeld om te bepalen wie iemand is, FaceF1nder om te zien waar iemand op beeld te zien is.

Naast de komst van FaceF1nder en de uitbreiding van CATCH wil de politie ook op andere manieren meer doen met gezichtsherkenning. Het afgelopen jaar werden zeker zes aanvragen ingediend bij de interne commissie die daarover gaat.

De toetsingscommissie heeft FaceF1nder nog niet in algemene zin goedgekeurd. Ook de aanvraag voor de CATCH-uitbreiding loopt nog. Zeker drie andere plannen voor de inzet van gezichtsherkenning werden afgewezen of ingetrokken.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) vindt dat de politie de technologie 'alleen in zeer uitzonderlijke gevallen' mag inzetten. Ook wil de toezichthouder niet dat de politie de technologie gebruikt om mensen in de openbare ruimte te identificeren. De politie past gezichtsherkenning op dit moment niet toe in de openbare ruimte, zegt een woordvoerder. Maar de technologie is in principe voor geen enkele politietaak uitgesloten, vervolgt ze. De AP was tot nu toe niet op de hoogte van de uitbreidingen, laat de toezichthouder weten.

"We willen allemaal dat de politie criminelen opspoort en dat we in een veilig Nederland leven", zegt onderzoeker Yong Yong Hu van de Radboud Universiteit. "Maar dat betekent niet dat de politie álles moet kunnen inzetten. "Het risico is dat de grens steeds verder wordt opgerekt." 

"Het dreigt een glijdende schaal te worden", zegt haar collega Maartje Kouwenberg. De twee Radboud-onderzoekers pleitten daarom begin dit jaar al voor onafhankelijk toezicht. Prins van Amnesty en hoogleraar Schuilenburg sluiten zich daarbij aan.

Alles bij de bron; RTL