De politie maakt vaak gebruik van dwang om biometrisch beveiligde telefoons van verdachten te ontgrendelen, zo hebben medewerkers van het Team Digitale Opsporing (TDO) tegenover onderzoekers van Dialogic laten weten, zo stellen de onderzoekers in een evaluatierapport van de Innovatiewet Strafvordering. Exacte cijfers over hoe vaak dwang wordt ingezet zijn niet bekend, zo stelt minister Van Weel van Justitie en Veiligheid.

"Het komt voor dat een mobiele telefoon alleen ontgrendeld kan worden met behulp van biometrische gegevens van de gebruiker van dat toestel. De politie mag in die gevallen de verdachte vragen zijn toestel te ontgrendelen. Als de verdachte hier niet aan wil meewerken, mag de politie dwang gebruiken", aldus de minister, die wijst naar een arrest van de Hoge Raad uit 2021. De bewindsman reageerde op Kamervragen over een uitspraak van het Europese Hof van Justitie dat politie data op telefoons ook bij lichte misdrijven mag doorzoeken.

De bevoegdheid om biometrische beveiliging door middel van dwang te doorbreken is via de Innovatiewet Strafvordering vooralsnog opgenomen in artikel 558 van het Wetboek van Strafvordering. De bevoegdheid van artikel 558 Sv kan worden toegepast in iedere zaak waarin een verdenking bestaat.

De onderzoekers schrijven dat het beveiligen van telefoons met een vingerafdruk minder vaak voorkomt. "Verdachten beveiligen hun apparaten vaak opzettelijk niet met vingerafdrukken, omdat deze wijze van beveiligen relatief eenvoudig ongedaan kan worden gemaakt. Beveiliging met een irisscan komt het minst vaak voor." 

Het is echter niet altijd nodig om om inbreuk te maken op de lichamelijke integriteit van de verdachte, schrijven de onderzoekers: "Wanneer vingerafdrukken van een verdachte zijn vastgelegd in een database van de politie, kunnen die in een mal worden geëtst, waarmee de vinger van de verdachte wordt nagebootst. In geval van beveiliging met een gezichts- of irisscan is het denkbaar dat de smartphone het desbetreffende gezicht herkent wanneer de smartphone ervoor wordt gehouden."

De onderzoeken stellen dat het kunnen doorbreken van biometrische beveiliging toegevoegde waarde kan hebben voor de opsporing. "Er is in sommige zaken behoefte om deze bevoegdheid te kunnen toepassen. De mate van dwang die wordt toegepast, is beperkt", concluderen ze. De onderzoekers merken op dat de bevoegdheid strikt genomen geen verbetering van de strafvordering is, omdat deze voorafgaand aan de pilot al kon worden toegepast op grond van jurisprudentie van de Hoge Raad.

Alles bij de bron; Security