In de Verenigde Staten heeft inmiddels 20% van de volwassen een tatoo en onder criminelen is dat aantal veel groter. Tatoeages helpen politie en opsporingsdiensten bij het identificeren, maar de huidige methodes zijn voor verbetering vatbaar, zo stelt het Amerikaanse National Institute of Standards and Technology (NIST). Het NIST speelt een belangrijke rol in het testen van biometrische systemen en voert ook eigen onderzoek uit naar vingerafdruk- en gezichtsherkenningssystemen.  

Op dit moment worden tatoeages vooral in kaart gebracht via sleutelwoorden. Het groter wordende aantal tattoo-ontwerpen vereist echter meerdere sleutelwoorden en de subjectiviteit van degene die de tattoos invoert kan ervoor zorgen dat dezelfde tattoo verschillend wordt genoemd, afhankelijk van de persoon die hem invoert. Om de ontwikkelingen op dit gebied in kaart te brengen organiseerde het NIST onlangs een workshop, waarbij organisaties hun technologie voor tattoo-identificatie konden demonstreren. 

De door de organisaties gebruikte algoritmen bleken de tattoos goed te kunnen detecteren, zo laat NIST-wetenschapper Mei Ngan weten. Zo werd dezelfde tattoo van dezelfde persoon over een bepaalde periode correct geïdentificeerd en kon ook een klein deel van een tattoo binnen een grotere tattoo worden gevonden. 

Twee gebieden die volgens Ngan verder onderzoek kunnen gebruiken zijn het detecteren van visueel gelijke tattoos op verschillende mensen en het herkennen van een tattoo-afbeelding van een tekening of andere bronnen dan een foto. Daarnaast kan ook het verbeteren van de kwaliteit van de tattoo-afbeeldingen tijdens het verzamelen helpen om de nauwkeurigheid van de identificatiesystemen te verbeteren.

Alles bij de bron; Security