Met behulp van een biometrische scanner wordt gecontroleerd of de aanvrager overeenkomt met de persoon op de foto in het oude document ongeacht het land van herkomst. Vanwege de privacy worden geen gegevens van de gezichtsscan bewaard.
Waar gaan al die wattenstaafjes eigenlijk heen en waar eindigt jouw lichaamsmateriaal? Die vraag stelde iemand op het NOS op 3 Instagram-account. Een simpele vraag, maar het antwoord blijkt behoorlijk ingewikkeld.
In theorie wordt het monster van jouw wattenstaaf gebruikt voor de coronatest en daarna, na maximaal drie maanden, verbrand. Maar de praktijk is niet zo overzichtelijk.
De wattenstaafjes komen in een van de ruim zestig labs terecht; van commerciële labs, ziekenhuislabs tot het RIVM-lab. Die hebben allemaal eigen regels. De meesten houden zich aan internationale normen, afspraken over hoe ze bijvoorbeeld genetisch materiaal bewaren, maar dat geldt niet voor alle labs. Drie grotere labs hebben een contract met de overheid, waarin staat dat restmateriaal na drie maanden wordt vernietigd. Andere labs hebben niet zo'n contract.
De coronamonsters mogen ook worden gebruikt voor verder onderzoek. Maar wat er precies mag volgens de wet, met name de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo), is niet altijd helder. In de praktijk is er geen instantie die landelijk bijhoudt wat er met monsters uit covid-testen gebeurt.
Wetenschappers benadrukken dat er zorgvuldige procedures zijn voor of en hoe het materiaal wordt gebruikt. Met name academische labs hebben daar al langer ervaring mee. Maar feit is ook dat labs voor het omgaan met monsters vooral zelf regels opstellen en die ook zelf toetsen: zelfregulatie dus. En er kunnen ook commerciële belangen zijn.
Toezicht blijkt bij niemand te liggen: niet bij de Autoriteit Persoonsgegevens (die gaan alleen over de verwerking van persoonsgegevens, niet over lichaamsmateriaal), niet bij de inspectie in de zorg (die handhaven niet op deze wet) en niet bij de medisch-ethische toetsingscommissies (die handhaven ook niet op deze wet).
Hoe het zit met het gebruik van monsters is zo ingewikkeld, dat NOS op 3 ook meermaals verkeerde informatie kreeg van betrokken partijen.
Alles bij de bron; NOS
Het gebruik van camera's met gezichtsherkenning is meestal niet toegestaan voor bedrijven, zo stelt de Autoriteit Persoonsgegevens. De privacytoezichthouder gaat daarom sectoren die dergelijke camera's vaak gebruiken voorlichting geven over de regels. Uit onderzoek van de AP blijkt dat dergelijke camera's vooral veel worden ingezet door winkels, beveiliging, sport en entertainment, vervoer en gemeenten.
..."Als we het land volhangen met zulke systemen, kun je continu gevolgd worden. Die camera’s nemen jou niet alleen op, die weten wie je bent", zegt AP-vicevoorzitter Monique Verdier.
Volgens Verdier zijn de systemen misschien handig, maar mogen ze alleen worden ingezet als het écht nodig is. "Kijk eerst of je hetzelfde doel met minder ingrijpende maatregelen kunt bereiken. Bijvoorbeeld met camera's zonder gezichtsherkenning." Op een pagina met vragen over biometrische persoonsgegevens legt de AP uit dat gezichtsherkenning grote privacyrisico's met zich meebrengt en dat bedrijven meestal geen camera's met gezichtsherkenning mogen gebruiken.
De Politie Limburg is een nieuwe proef gestart waarbij het dna-materiaal vaker en sneller wil inzetten om inbrekers en straatovervallers op te sporen. Voor de proef 'Snelle DNA-straat' wordt samengewerkt met Eurofins-TMFI uit Maastricht.
Het bedrijf, dat al met en voor de politie werkt, heeft samen met het Openbaar Ministerie (OM) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) een werkproces ontwikkeld om meer, sneller en vaker dna-sporen in te zetten. Het is de bedoeling dat de analyse binnen 72 uur is afgerond en de dna-sporen in de databank van het NFI zijn opgenomen.
De politie laat weten dat het om dna-sporen van "high impact crimes" gaat, zoals woninginbraken, straatroven en overvallen. De proef duurt in principe drie jaar. In die periode wordt het werkproces getoetst en verder doorontwikkeld.
Alles bij de bron; Security
Het Singapore Personal Access (SingPass)-systeem fungeert al sinds 2003 als de digitale identiteit van elke Singaporese burger en is enigszins vergelijkbaar met DigiD. Het systeem ondersteunt nu ook gezichtsverificatie. Burgers kunnen, als ze zich ergens willen aanmelden of registreren, via hun smartphone of kiosk een biometrische scan van hun gezicht laten maken. Vervolgens kijkt het systeem of het gezicht van de gebruiker overeenkomt met de pasfoto in de nationale identiteitsdatabase. Deze overheidsdatabase bevat de identiteiten en pasfoto's van vier miljoen Singaporezen van vijftien jaar en ouder.
Door het gebruik van gezichtsverificatie hoeven Singaporezen geen wachtwoorden meer te onthouden of hun identiteitskaart bij zich te dragen. Een scan van het gezicht is voldoende. De Singaporese overheid hoopt dat burgers op deze manier meer van online overheids- en bedrijfsdiensten gebruik gaan maken.
Alles bij de bron; Security
Het wetsvoorstel voorkomt dat de nationale bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken voor de identiteitsvaststelling, per 1 maart 2021 komt te vervallen en de in dat kader verzamelde gegevens moeten worden vernietigd. Voorgesteld wordt om deze bevoegdheid vijf jaar langer te handhaven en om drie jaar na inwerkingtreding van dit voorstel de noodzakelijkheid, de doeltreffendheid en de effecten van de bevoegdheid (opnieuw) te evalueren.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft begrip voor de wens van de regering de nationale bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken tijdelijk voor de duur van vijf jaar voort te zetten.
Daarbij is het wel van belang dat de toekomstige evaluatie uitsluitsel geeft over de effectiviteit, het nut en de noodzaak van de nationale bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken, mede gelet op (mogelijk) nieuwe verplichtingen op dit terrein die voortvloeien uit de Europese wet- en regelgeving. In verband daarmee is aanpassing wenselijk van de toelichting.
Alles bij de bron; RijksOverheid [pdf]
Technologie voor gezichtsherkenning werkte tot dusver ondermaats bij zwarte mensen. Charlette N’Guessan ontwikkelde software die wél werkt en in Afrika het bankverkeer aanmerkelijk kan versimpelen.
Om een identiteit vast te stellen was er in veel Afrikaanse landen tot nu toe contact in levende lijve nodig tussen bijvoorbeeld een bankemployee en een klant. Zo alleen kan een bank registreren dat een rekeninghouder ook echt de rekeninghouder is, door het identiteitsbewijs te vergelijken met de aanwezige persoon. Het is voor banken verplicht om dat te controleren, maar deze werkwijze is tijdrovend en in coronatijd vrijwel onmogelijk.
N’Guessan en haar team ontwikkelden een programmaatje, een interface, dat het probleem online oplost en juist bruikbaar is bij mensen met een donkere huidskleur. Bij het verificatieproces online gaat het erom dat de persoon de persoon is volgens zijn identiteitsbewijs, en niet iemand anders én geen robot.
Het programma van N’Guessan is simpel: de foto van het identiteitsbewijs wordt gematcht met een live video van het gezicht die tijdens de identificatieprocedure wordt gemaakt. De biometrische gegevens van de identiteitsfoto worden vergeleken met die van de video. Bij een match weten banken, douane, e-learningplatforms of stembureaus, dat iemand is wie hij of zij zegt te zijn.
“De huidige identificatieprogramma’s komen van buiten Afrika en zijn duur. Wij kunnen dat dus veel goedkoper en efficiënter”, zegt N’Guessan. Bovendien is westerse software (onbedoeld) op witte en niet op zwarte mensen gericht.
Alles bij de bron; Trouw
Als een inwoner van de gemeente Simpelveld een nieuw paspoort of rijbewijs komt aanvragen, wordt een scan gemaakt van zijn gezicht. Daarmee wil de gemeente identiteitsfraude voorkomen.
Met behulp van een biometrische scanner wordt gecontroleerd of de aanvrager overeenkomt met de persoon op de foto in het oude document ongeacht het land van herkomst. Vanwege de privacy worden geen gegevens van de gezichtsscan bewaard.
Volgens burgermeester Richard de Boer worden in Nederland duizenden paspoorten, identiteitsbewijzen en rijbewijzen als vermist opgegeven. Slechts één op de vijf documenten komt weer boven water, stelt hij. "Dat betekent dat zo’n 80 procent in het criminele circuit kan belanden. Dit kan enorme schade aanrichten aan de maatschappij. Als gemeente vormen wij een cruciale schakel als het gaat om voorkomen van identiteitsfraude. Bij de overheid kunnen criminelen valse papieren, die haast niet van originele papieren te onderscheiden zijn, proberen om te zetten in rechtmatige overheidspapieren en daarmee is de weg vrij voor fraude."
Of er binnen de gemeente aanwijzingen zijn naar identiteitsfraude, is volgens de burgervader lastig te zeggen. Er is in ieder geval geen specifieke aanleiding geweest voor deze extra maatregel.
Bron; 1Limburg
Het Leuvense onderzoekscentrum Imec heeft software ontwikkeld die dna-stalen in minder dan zes uur kan analyseren in plaats van twee dagen. Een doorbraak in big-data-gebaseerde dna-analyses.
Dankzij de nieuwste versie van de software kunnen de gigabytes aan data uit dna-stalen nu in enkele uren tijd informatie opleveren over mogelijke genetische afwijkingen. Dat is volgens Imec acht tot zestien keer sneller dan met de meest gangbare software.
Dna-analyse bestaat ruwweg uit twee delen. Ten eerste het omzetten van een fysiek dna-staal in een digitale reeks ‘letters’ waaruit het dna is opgebouwd. Ten tweede het analyseren van die digitale dna-gegevens om bijvoorbeeld te kijken of er genetische afwijkingen in optreden. Het is een complex proces wat veel rekenkracht en big-data-analysemethodes vraagt.
De kosten van dna-analyses daalde de voorbije tien jaar al significant. Maar de doorlooptijd, tot 48 uur voor een volledig genoom, bleef een struikelblok. Die tijd herleiden tot minder dan zes uur is dan een hele stap voorwaarts.
Alles bij de bron; Computable
Fabrikanten van slimme polsbandjes en horloges leggen niet goed hoe ze de privacy van gebruikers die gevoelige data over bijvoorbeeld slaapritme en hartslag delen waarborgen, concludeert het Financieele Dagblad (FD) donderdag op basis van eigen onderzoek.
De krant deed onderzoek naar het privacybeleid van onder meer Apple, Garmin, Xiaomi, Huawei en Polar. Het FD concludeert dat in veel voorwaarden vage of verwarrende omschrijvingen staan over hoe de gadgets data verzamelen of verwerken.
Het is onduidelijk of de fabrikanten de Europese privacyregels van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) overtreden. De Nederlandse toezichthouder wilde tegenover het FD niet op het onderzoek reageren. Het is onduidelijk of de praktijken door een Europese waakhond onderzocht worden.
Alles bij de bron; NU
Volgens een onderzoek van Amnesty International hebben Europese technologiebedrijven geavanceerde digitale surveillancetechnologie aan Chinese veiligheidsdiensten verkocht en zo een groot risico gelopen om bij te dragen aan mensenrechtenschendingen.
"De export van biometrische surveillancesystemen moet worden gecontroleerd. EU-regeringen moeten hun verantwoordelijkheid nemen en de brede digitale surveillancesector reguleren", zegt Merel Koning, Amnesty’s Tech- en mensenrechtenspecialist.
Amnesty zegt dat drie bedrijven uit Nederland, Frankrijk en Zweden digitale surveillancetechnologie verkochten aan belangrijke spelers op het gebied van massasurveillance en openbare veiligheid in China. Het gaat dan bijvoorbeeld om biometrische technologie, zoals systemen voor gezichtsherkenning, maar ook om surveillancecamera’s. In sommige gevallen was de export rechtstreeks bestemd voor projecten van massasurveillance.
Alles bij de bron; EUNU