Onlangs is in Turkije een nieuwe veiligheidswet aangenomen. Erdoğan is groot voorstander, maar oppositiepartijen vrezen dat Turkije zal veranderen in een politiestaat waarin mensenrechten legaal geschonden kunnen worden.
Na een maand debatteren ondertekende president Recep Tayyip Erdoğan op 3 april de controversiële Veiligheidswet die op 27 maart werd aangenomen in het Turkse parlement. Bijna de helft van de oorspronkelijke 132 artikelen is naar aanleiding van de commotie geschrapt, maar de essentie van het voorstel bleef gelijk: de macht van de politie in Turkije wordt sterk uitgebreid.
De politie mag sinds de invoering van de Veiligheidswet zonder toestemming van de rechter mensen tot 48 uur gevangen zetten en huiszoekingen en arrestaties verrichten. Mensen die hun gezicht bedekken bij gewelddadige protesten, kunnen tot wel vijf jaar gevangenisstraf krijgen. Bovendien wordt het roepen van slogans of dragen van logo's van terroristische organisaties tijdens demonstraties bestraft met zes maanden tot drie jaar celstraf.
Oppositiepartijen en mensenrechtenorganisaties zijn bang dat Turkije met de invoering van deze wet verandert in een politiestaat: de uitgebreide macht van de politie zal gebruikt worden om hard op te treden tegen politieke tegenstanders en daarmee de vrijheid van meningsuiting te onderdrukken. Na de invoering van deze wet wordt het volgens de tegenstanders moeilijk om de democratisering in Turkije door te zetten.
Alles bij de bron; ZamanVandaag