Politici zijn, als het om feiten gaat, niet te vertrouwen: die hebben een ideologische agenda, net als veel media en wetenschappers overigens. Martin Sommer noemde dat ooit, in reactie op migratiehistoricus Leo Lucassen, 'de gelijkhebberigheid van de betere feiten'. Zelfs statistici, de hoeders van de feiten, zijn er zelf uitermate goed in om cijfertjes in hun voordeel uit te leggen: als de absolute aantallen je punt niet bevestigen, dan kun je die altijd omzetten in percentages, of in misleidende tabellen, of je past de periode gewoon een beetje aan, zodat een grafiek opeens sterk lijkt te stijgen of dalen.

Dat is in principe niet erg. In een open debat kunnen vooringenomenheden worden benoemd en drogredenen worden gefileerd. En dat is precies waar bestuurders de kriebels van krijgen: een open debat. Het liefst timmeren zij dat dicht met wetgeving. Zo heeft Duitsland inmiddels een censuurwet ingevoerd waarbij sociale media zélf worden geacht nepnieuws binnen 24 uur te verwijderen - anders dreigt een miljoenenboete. Zorgwekkend. Zou een rechtsstaat niet zelf in staat moeten zijn om burgers (louter achteraf) te vervolgen voor strafbare uitspraken?

President Macron voert binnenkort eenzelfde censuurwet door in Frankrijk en deze kwalijke trend zette minister Ollongren, als ze al enige aansporing nodig had, ertoe aan om ook in Nederland het gevaar van 'nepnieuws' aan te kaarten. Alleen had Ollongren zich er wat op verkeken dat er voor overheidsingrijpen in het vrije, open debat wel heel goede redenen moeten zijn.

Haar pleidooi voor anti-nepnieuwswetgeving berustte op niet veel meer dan... tja, nepnieuws? Kan de minister misschien eens een goed voorbeeld geven?

Neen. Want precies daar zit het voordeel van een open debat: zodra iemand onzin beweert zijn er genoeg journalisten en burgers die dat in een mum van tijd hebben blootgelegd. De angel is er dan meteen uit en wie het nepnieuws opgewonden heeft rondgetwitterd staat voor schut. Zo gaat het keer op keer. Een goede democratie berust op een radicaal open debat, waarin zin van onzin wordt onderscheiden en de beste argumenten komen bovendrijven. 

De vrijheid van meningsuiting is nooit volledig. Zo zijn smaad, laster en bedreiging gewoon strafbaar - en in Nederland helaas ook het veel vagere 'aanzetten tot haat'. De rechtsstaat heeft al genoeg instrumenten om 'opiniedelicten' aan te pakken. Maar het debat moet wel onstuimig gevoerd kunnen worden, daarbij horen ook onwelgevallige en kwetsende meningen, mevrouw Ollongren. Ook dat is democratie. Als die ergens bij gebaat is, dan is het mínder, niet méér overheidscontrole.

Alles bij de bron; Volkskrant