De Centrale Studentenraad (CSR) van de Universiteit van Amsterdam mag vandaag toch geen bijdrage leveren aan de opening van het academische jaar. Het onderdeel op de openingsceremonie is vrijdag op de valreep geschrapt door het College van Bestuur van de universiteit. Het College is volgens de Centrale Studentenraad “bang om reputatieschade op te lopen”. 

De Studentenraad, een democratisch gekozen inspraakorgaan voor studenten van de universiteit, zou dit jaar voor de tweede keer een deel verzorgen van de traditionele openingsceremonie. Hun bijdrage zou bestaan uit een lied en twee gedichten, waarvan een gedicht over de Maagdenhuisbezetting.

De UvA laat weten dat niet de kritische inhoud, maar grof taalgebruik aanleiding is geweest voor het schrappen van het onderdeel; “De CSR heeft een bandje ingehuurd dat onder meer een lied zou spelen dat ‘Mijn stad is een hoer’ heet. Wij vonden het taalgebruik in de teksten niet passen bij het niveau van een academische opening. Dat is toch een plechtigheid.”

Op het voorstel om de teksten te wijzigen of het lied achterwege te laten is de CSR volgens de woordvoerder van de UvA niet ingegaan. De studentenraad herkent zich niet in deze uitleg: “Bureau Communicatie en de UvA hebben niets gezegd over welke van de twee gedichten zij zouden prefereren boven het andere. Het schrappen van alleen ‘Mijn stad’ is nooit aan de orde geweest.”

CSR-lid Els Aarts reageerde aldus; “Ik ben geschokt over het feit dat ons de vrijheid wordt ontnomen een prikkelend gedicht over de Maagdenhuisbezetting te laten voordragen, terwijl het juist belangrijk is dat we hier open over kunnen blijven praten.”

Alles bij de bron; NRC