Het zal nog een technische uitdaging worden om het gezichtsherkennings-experiment van RET tot een goed einde te brengen. Dat voorspellen verschillende biometrie-deskundigen. 

Associate professor Raymond Veldhuis van de Signals and Systems groep aan de Universiteit Twente noemt het een 'uitdaging' om een gezichtsherkenningsapplicatie zo in te richten dat niet te veel reizigers ten onrechte worden aangemerkt als persoon met een OV-verbod, of andersom: dat personen met een OV-verbod niet worden herkend. Dat heeft te maken met de kwaliteit van de beelden: 'De belichting moet redelijk gelijkmatig zijn, zonder al te veel schaduwen. Anders laten de meeste gezichtsherkenningssystemen het afweten. Dat doen ze ook als de opnamen niet voldoende frontaal zijn, maar bijvoorbeeld schuin van boven of opzij.'

Daarnaast is het volgens Veldhuis belangrijk dat de privacy van reizigers goed wordt beschermd: 'De reizigers moeten worden geïnformeerd, de beelden mogen alleen gedurende beperkte tijd worden opgeslagen en het doel van opslag mag alleen herkennen van ongewenste reizigers en opsporing zijn.'

'Belangrijk is dat het systeem niet toegankelijk wordt gemaakt voor derden', zegt ook Snijder. 'Bijvoorbeeld voor de politie, die wellicht de camerabeelden danwel de lijst van personen met een OV-verbod zou willen raadplegen voor andere doeleinden. Denk aan het volgen van veelplegers, het zoeken of volgen van bepaalde personen. Dat zou het systeem een verlengstuk van de politie maken, waarmee het primaire doel voorbij wordt gestreeft.'

Alles bij de bron; computable