Het gebruik van software om werknemers te controleren heeft een hoge vlucht genomen door het thuiswerken, blijkt uit onderzoek van softwarevergelijkingsplatform GetApp.

Van de 38 procent ondervraagden die aangaven door de baas in de gaten gehouden te worden, zegt 22 procent dat daarmee is begonnen nadat er verplicht thuisgewerkt moest worden. Het onderzoek beperkte zich tot werknemers in het midden- en kleinbedrijf. Er deden 1230 werknemers aan mee. 

Werkgevers zetten de software in om in de gaten te houden wat werknemers thuis doen in werktijd, wat hun individuele productiviteit is en of er veel niet aan het werk gerelateerde websites worden bezocht. Ook wordt het beschermen van bedrijfsapparatuur genoemd als argument. Ze zijn over het algemeen positief over de inzet van employee monitoring software. Van de leidinggevenden zegt 65 procent meer vetrouwen in werknemers te hebben gekregen door de inzet van de software. Eenzelfde percentage zegt dan ook in de toekomst te blijven investeren in deze hulpmiddelen.

De werknemers zijn veel minder positief. Van hen vindt 60 procent dat de software inbreuk maakt op de privacy en 30 procent is onzeker over waar de gegevens voor gebruikt gaan worden.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is kritisch over het monitoren van personeel. Het is niet verboden, maar er moet wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan. De AP heeft een toets beschikbaar om te bepalen of voldaan wordt aan de richtlijnen.

Werknemers hebben bovendien recht om de verzamelde gegevens in te zien en ze behoren geïnformeerd te worden over hun rechten. Uit het onderzoek blijkt dat 17 procent van de ondervraagden niet is goed geïnformeerd. Bij de FNV komen dan ook regelmatig klachten binnen over de controles, werknemers voelen zich bespioneerd. Volgens de FNV is het beter uit te gaan van vertrouwen. Als iemand continue niet goed presteert, kun je in gesprek gaan, stelt de woordvoerder. 

Alles bij de bron; AGConnect