Wat pas geleden nog een scène leek uit een slechte sciencefictionfilm, is in Nederland werkelijkheid geworden. De politie gebruikt sinds vorige week drones met luidsprekers om mensen op stranden en pleinen te manen om afstand van elkaar te houden. En behalve met drones, experimenteren overheden, veiligheidsdiensten en bedrijven met allerlei omstreden technologische hulpmiddelen om corona in te dammen.

Techbedrijf Google gaat locatiedata van gebruikers uit 131 landen waaronder Nederland rapporteren en deze week startte een Europees consortium met de ontwikkeling van een Europese variant van een contactapp die de locatie van alle gebruikers kan bijhouden en zo kan registreren of ze tijd hebben doorgebracht met besmette personen.

Onderzoekers van Oxford University in Science riepen overheden op om zulke apps vooral te gebruiken. Besmette personen met weinig symptomen kunnen zo namelijk makkelijker worden opgespoord en geïsoleerd.

De maatschappelijke, economische en menselijke kosten van het niet gebruiken van technieken als traceerapps kúnnen zo hoog zijn dat dit soort extreme middelen tijdelijk gerechtvaardigd kan zijn. Er is sprake van een duidelijke botsing van grondrechten. Het recht op vrijheid en privacy is in coronatijd soms niet te verenigen met het recht op veiligheid, en zelfs het recht op leven. 

Maar juist nu privacy in deze noodsituatie soms anders kan worden gewogen, verdient die extra bescherming. Het grootste gevaar is dat de extreme inbreuken straks niet zullen worden teruggeschroefd als de coronacrisis voorbij is. Zonder duidelijke termijnen en eindpunten (‘horizonbepaling’ zouden juristen zeggen) dreigt een blijvende ontsporing van de surveillancestaat. 

De ervaring na de aanslagen van 11 september 2001 leert dat ook als de crisis al jaren voorbij is, de bijzondere bevoegdheden, controles en vrijheidsbeperkingen blijven bestaan en zelfs het nieuwe normaal worden. De huidige crisis mag geen legitimiteit verschaffen aan een permanente opschorting van vrijheden.

Het is eigen aan noodsituaties dat de staat zijn macht probeert te vergroten. Het haastig invoeren van surveillancetechnologie is helaas niets nieuws. Dat betekent dat politici buitengewoon moeten oppassen. Uitzonderlijke inbreuken op vrijheden moeten gepaard gaan met uitzonderlijke voorzorgsmaatregelen.

Een grondrecht blijft ook nu, júíst nu, een grondrecht en verdient dus de allerstevigste bescherming. De dystopische massasurveillance, achtervolgapps, vermanende politiedrones en bijbehorende opschorting van vrijheden mogen nooit het nieuwe normaal worden.

Alles bij de bron; NRC