De Artikel 29 Werkgroep is het advies- en overlegorgaan van Europese privacytoezichthouders. De Werkgroep heeft een Opinie gepubliceerd over de vraag welk recht van toepassing is op de verwerking van persoonsgegevens als een bedrijf of organisatie werkzaam is in meerdere landen. Het doel van de Opinie is het verduidelijken van de toepasselijke regeling uit de Dataprotectierichtlijn (en in Nederland de Wet bescherming persoonsgegevens) en bevat aanbevelingen in verband met de herziening van de Dataprotectierichtlijn. 

Lees alles bij de bron; SOLV

Uitgebreider artikel op de website van het CBP

Uitgangspunt voor de beantwoording van deze vraag is de plaats van vestiging van het bedrijf dat de gegevens verwerkt. Maar als bedrijven in verschillende landen persoonsgegevens verwerken, wordt het al ingewikkelder. Stel dat een Deense inwoner een klantenkaart aanvraagt bij de Deense (winkel)vestiging van een Italiaanse modeketen. Deens recht is in dit geval van toepassing omdat de Deense vestiging de persoonsgegevens van de kaartaanvrager verzamelt. Het wordt anders als het Italiaanse hoofdkantoor van de modeketen de persoonsgegevens van de Deense klant gebruikt om hem speciale aanbiedingen te doen via direct marketing. Het Italiaanse recht zal dan gelden voor dit deel van de verwerking van zijn persoonsgegevens omdat de direct marketing plaatsvindt in het kader van de activiteiten van het Italiaanse hoofdkantoor. Voor de vaststelling van het toepasselijke recht is dus niet altijd alleen de plaats van vestiging bepalend. Ook de context waarbinnen de gegevensverwerking plaatsvindt, speelt een belangrijke rol.