Met een nieuwe brief vragen wetenschappers bijkomende waarborgen aan de Europese Commissie en de Raad om de eIDAS-wetgeving alsnog aan te passen. Ze zien eIDAS als een gevaar voor de privacy.  ‘Als gevolg van onze brief zijn er in extremis nog een aantal aanpassingen gedaan, maar volgens ons zijn die onvoldoende’, zo stelt professor Bart Preneel, één van de initiatiefnemers.

Daarom hebben wij een nieuwe brief geschreven die voorstelt aan het parlement om bijkomende waarborgen te vragen aan de Commissie en de Raad.’

eIDAS staat voor Electronic Identitification And Trust Services en is een Europese verordening rond elektronische identificatie die wederzijdse erkenning van nationale inlogmiddelen mogelijk moet maken.

Door gebruik te maken van eIDAS moeten gebruikers binnen de Europese Unie zich bijvoorbeeld onderling kunnen aanmelden op digitale toepassingen van de verschillende Europese lidstaten.

Voornamelijk Europese wetenschappers hebben hun bezwaren. Nieuw is dat niet. Begin deze maand hadden meer dan vijfhonderd wetenschappers en een groot aantal ngo's een open brief geschreven over ernstige problemen met de nieuwe eIDAS-verordening over elektronische identificatie en ‘trust services’. ‘Het gaat over de EU digitale portefeuille van de EU (de zogenaamde digital wallet) en mobiele authenticatie, maar er zijn ook implicaties op de veiligheid van het web’, licht Preneel toe.

De kern van het probleem is, zo stelt hij, dat EU-lidstaten de mogelijkheid krijgen om burgers af te luisteren door regels op te leggen aan browsercertificaten. ‘De regels voor portefeuille bieden ook onvoldoende waarborgen tegen het volgen of tracken van gebruikers.’

Alles bij de bron; Computable