Europese burgerrechtactivisten, onder wie wetenschappers en (oud-)Europarlementariërs, beginnen een rechtszaak tegen Duitsland over het bewaren van passagiersgegevens. Het langdurig bewaren van persoonlijke data is volgens hen in strijd met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De gegevens worden aangeleverd door luchtvaartmaatschappijen aan nationale autoriteiten.

Het bewaren van passagiersgegevens is al jaren inzet van juridische strijd tussen overheden en instanties voor privacybescherming. Aanvankekelijk ging het om passagiers die van de Europese Unie naar de Verenigde Staten reisden, inmiddels gaat het ook om reizigers binnen de EU. Recente terreuraanslagen hebben de wetgeving versneld. Sinds 2016 schrijft de Europese richtlijn 2016/681 voor dat PNR-gegevens (Passenger Name Record) vijf jaar lang moeten worden bewaard. Het gaat om onder meer naam, contactgegevens en informatie over bagage en ticketbetaling.

Met de rechtszaak, die wordt ondersteund door de Duitse burgerrechtenorganisaties Gesellschaft für Freiheitsrechte en epicenter.works, hopen de initiatiefnemers te bereiken dat de kwestie wordt voorgelegd aan het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. In 2017 oordeelde het Hof dat de overeenkomst tussen de EU en Canada, die zeer vergelijkbaar is met de richtlijn, in strijd is met het Grondrechtenhandvest.

Alles bij de bron; NRC