Als het aan banken ligt worden biometrische kenmerken - stem, vingerafdruk, irisscan of zelfs hartslag - steeds belangrijker bij het accorderen van betalingen, naast of in plaats van een pincode. Is dat voor het gemak, of ook voor de veiligheid? Drie vragen over biometrisch bankieren.

1. Welke manieren zijn er?

Op dit moment worden de vingerafdruk en de stemherkenning het meest gebruikt. Mastercard heeft ‘selfie pay‘: de camera van een smartphone wordt dan gebruikt voor gezichtsherkenning. Barclays heeft een vingerscantechniek die aderen detecteert. Het patroon daarvan is net als een gewone vingerafdruk uniek. Halifax meet met een bandje je hartslagprofiel, dat ook bij elke persoon anders is. 

2. Is het veiliger?

Je vingerafdruk kun je niet vergeten, wachtwoorden en pincodes wel. Toch is veiligheid niet per se het argument dat banken gebruiken. In de aankondiging van biometrie in de ING-app komt het woord ‘makkelijk’ of ‘makkelijker’ zes keer voor, ‘veiligheid’ eenmaal. Volgens Herbert Bos is biometrie vooral geschikt als extra beveiliging; “Als je voor allerlei websites en diensten je vingerafdruk gebruikt en de gegevens worden bij één daarvan gestolen, kunnen criminelen die wellicht ook voor andere websites gebruiken.” En je wachtwoord kun je veranderen, maar je vingerafdruk niet, bij een hack

Jeroen Losekoot zegt dat de ING-app zichtbare en onzichtbare beveiligingsmethodes heeft om fraude te voorkomen, het namaken van vingerafdrukken noemt hij “puur theoretisch”.

3. Hoe belangrijk wordt deze methode van betalen?

Onderzoeksbureau Aquity heeft in kaart gebracht hoe de biometrische identificatiemarkt zich zou kunnen ontwikkelen. In 2015 werden er wereldwijd zo’n 18 miljard mobiele biometrische authenticatiehandelingen verricht, betalingen en niet-betalingen. In 2020 kan dat oplopen tot 807 miljard handelingen. Dat kan deels verklaard worden door groei van de markt voor wearables.

Alles bij de bron; NRC