De politie omschrijft in haar recent gepubliceerde strategische agenda Stevig staan in deze tijd hoe zij zichzelf de komende jaren wil positioneren. De belangrijkste pijlers zijn daarbij het vertrouwen van burgers, verbinding met de samenleving en legitimiteit. Van haar welbekende motto maakt zij in die strategische agenda een missie, door er een focus aan toe te voegen: ‘Waakzaam en dienstbaar aan de waarden van de democratische rechtsstaat’. Mooie woorden. Maar om het waar te maken, is er voor zowel politie als kabinet behoorlijk wat werk aan de winkel.

Om vertrouwen te oogsten, moet je vertrouwen zaaien. En op dit moment wordt de burger juist vanuit wantrouwen benaderd. De politie fotografeert vreedzame demonstranten, zoekt ze thuis op of merkt ze onterecht aan als extremist. Tienduizenden Nederlanders staan met een terrorismecode in politiesystemen, soms enkel vanwege demonstreren.

Als je denkt dat je gegevens bij de politie in veilige handen zijn, heb je het mis. Bijna 20 duizend onschuldige mensen zijn onterecht in gevoelige databanken beland en de politie blijkt informatie bewust veel langer te bewaren dan mag. In plaats van dit terug te fluiten, gaf de minister van Justitie en Veiligheid ‘toestemming’ om de bewaartermijnen te blijven negeren en wilde hij de termijn zelfs verlengen.

De politie erkent dat zij meer moet doen om mensenrechtenrisico’s te beheersen en wil investeren in datawaarborgen. Terecht, want het kan lelijk uitpakken wanneer je gegevens plotseling tegen je worden gebruikt.

Zo constateert recent onderzoek naar moslimdiscriminatie dat moslims onevenredig vaak slachtoffer zijn van ‘geïnstitutionaliseerde hypersurveillance’. Vers in het geheugen ligt nog het toeslagenschandaal, meer dan 10 duizend mensen stonden op een zwarte lijst van de Belastingdienst. Anderen stonden onterecht op een terreurlijst en kwamen daardoor onverwachts een land niet in, of werden in het buitenland vastgezet.

Deze uitingen van wantrouwen staan niet op zichzelf, maar worden aangewakkerd door een kabinetsbeleid dat al jaren gericht is op controle en repressie en wil het kabinet dataverzameling nóg verder uitbreiden. Bijvoorbeeld met voorstellen om te infiltreren in besloten appgroepen van mensen die nergens van worden verdacht.

Voor burgers is er een schrijnend gebrek aan rechtsbescherming. Als je onterecht geregistreerd wordt is het vrijwel onmogelijk om registraties aan te vechten. De klachtenprocedure is niet effectief: veel klachten worden niet behandeld. Daardoor staan burgers met lege handen.

De Autoriteit Persoonsgegevens heeft onvoldoende budget en stelt dat de regering wel met nieuwe wetten komt, maar niet in de naleving van wetten investeert. Zorgen van de Raad van State over structurele schendingen van de Privacywet werden jarenlang in de wind geslagen.

De burger en de democratische rechtsstaat kunnen wel wat bescherming gebruiken, tegen de datahonger van de overheid. Zoals een heldere afbakening van politietaken, betere bescherming van mensenrechten in datagedreven werk en meer en actievere transparantie.

Het zijn mooie doelen, maar daar moet het roer voor om. Het staat namelijk ver af van beleid gericht op controle en repressie, dat is gestoeld op wantrouwen in de burger. Investeer dus in effectief toezicht en controle, niet van de burger, maar van de politie.

Alles bij de bron; Bits-of-Freedom