De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) is op een aantal punten aangepast. Het voornaamste doel hiervan is de administratieve lasten en nalevingskosten voor verantwoordelijken - bedrijven en instellingen die persoonsgegevens verwerken - te verminderen.
Doorgifte van persoonsgegevens naar het buitenland
Als gevolg van wijziging van artikel 77 Wbp kan een doorgifte van persoonsgegevens naar een derde land zonder passend beschermingsniveau plaatsvinden wanneer gebruik wordt gemaakt van een modelcontract dat is goedgekeurd door de Europese Commissie.
Functionaris voor de gegevensbescherming
De functionaris voor de gegevensbescherming is niet langer verplicht een jaarverslag op te stellen van zijn of haar werkzaamheden en bevindingen.
Verwerking bijzondere persoonsgegevens
Verantwoordelijken mogen nu bijzondere persoonsgegevens verwerken als dit noodzakelijk is om de belangen van een betrokkene of een ander persoon te verdedigen maar het niet mogelijk is om uitdrukkelijk toestemming aan diegene te vragen. Ook voor het CBP, de Nationale ombudsman en andere ombudslieden is onder voorwaarden het verwerken van bijzondere persoonsgegevens zonder toestemming niet langer verboden.
De belangrijkste overige wijzigingen van de Wbp zijn:
Verhoging strafrechtelijke boetes
De strafrechtelijke boetes voor het overtreden van de meldingsplicht zijn verhoogd, zodat deze niet meer uit de pas lopen met de bestuurlijke boetes.
Recht van verzet
Betrokkenen kunnen verzet aantekenen als zij niet willen dat een verantwoordelijke hun persoonsgegevens gebruikt of doorgeeft voor reclamedoeleinden (direct marketing). Zij hebben nu ook de mogelijkheid een verantwoordelijke te vragen welke maatregelen deze heeft genomen om het gebruik van hun gegevens te beëindigen. De verantwoordelijke moet hier binnen vier weken op antwoorden.
Alles bij de bron; CBP