Om effectief te kunnen zijn en blijven in de opsporing moet de politie gebruik kunnen maken van nieuwe technologieën, waaronder gezichtsherkenningstechnologie, zo stelt demissionair minister Yesilgöz van Veiligheid en Justitie. Ze reageerde op Kamervragen van D66 over het gebruik van gezichtsherkenningssoftware door de politie.
Begin januari meldde Nieuwsuur dat de minister de politie toestemming had gegeven voor het experimenteren met gezichtsherkenningssoftware, ook al ontbreekt specifieke wetgeving.
"In het Nieuwsuur-item waaraan wordt gerefereerd spreekt de woordvoerder van de Autoriteit Persoonsgegevens uit dat er op dit moment geen expliciete wettelijke grondslag bestaat voor de inzet van gezichtsherkenning. Dat betekent echter niet dat er geen wettelijke grondslag bestaat voor de toepassing van technologie door de politie en dat het handelen van de politie niet voldoet aan het legaliteitsbeginsel", reageert de minister op een vraag van Kamerlid Sneller.
Sneller had Yesilgöz gevraagd of ze ook vindt dat deze methodes moeten worden gestaakt totdat er uitsluitsel is gegeven over de wettelijke grondslag daarvan. "Ik deel deze opvatting niet", antwoordt de minister.
Het Kamerlid wilde ook van de minister weten in hoeverre ze het wenselijk vindt om te experimenteren met een gevoelige technologie als gezichtsherkenning die inbreuk maakt op de privacy van mensen, terwijl er discussie is over het al dan niet bestaan van een wettelijke grondslag. "Om effectief te kunnen zijn en blijven in opsporing moet de politie gebruik kunnen maken van nieuwe technologieën, waaronder gezichtsherkenningstechnologie.
Alles bij de brn; Security