De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) startte in het najaar van 2019 een onderzoek naar de ontwikkeling van smart cities. Inmiddels kan de AP al wat interessante eerste uitkomsten delen.

Het onderzoek richt zich op verwerkingen van persoonsgegevens in de openbare ruimte met sensoren en andere technologieën. De AP brengt in kaart hoe gemeenten hierbij omgaan met de privacy van inwoners en bezoekers. 

Gemeenten opereren vaak niet alleen bij smart city-toepassingen. De AP adviseert daarom bij samenwerkingsverbanden duidelijk in beeld te brengen wie waarvoor verantwoordelijk is. Wie moet bijvoorbeeld een datalek melden als het fout gaat? En kunnen burgers die hun gegevens willen opvragen terecht bij de gemeente of moeten zij daarvoor naar een andere partij?

Slimme toepassingen in de openbare ruimte kunnen soms een uitkomst zijn om het coronavirus te bestrijden. Bijvoorbeeld om de veiligheidsregels te handhaven. Maar, waarschuwt de AP, gemeenten moeten zich daarbij wel aan strikte voorwaarden houden. De bewegingen van individuen monitoren brengt namelijk grote privacyrisico’s met zich mee.

Daarom mag dit alleen als het strikt noodzakelijk is, het effect zal hebben op de bestrijding van het virus en minder ingrijpende maatregelen niet mogelijk zijn.

Voor uitgebreide informatie over het onderzoek en de eerste uitkomsten, zie het document Onderzoek smart cities - update augustus 2020.

Alles bij de bron; AP