De vaste commissies voor de JBZ-Raad en voor Justitie willen direct na het verschijnen van de evaluatie door de Europese Commissie van de zogenaamde Dataretentierichtlijn in overleg treden met de Nederlandse regering over het door deze uit te dragen standpunt.
De commissies schrijven dat in een brief die zij aan de Minister van Veiligheid en Justitie hebben gestuurd. Achtergrond van de brief is een al langer durende discussie over de Nederlandse inbreng voor de evaluatie van de genoemde richtlijn, die in het Nederlandse recht is geïmplementeerd middels de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens. De Eerste Kamer was destijds zeer kritisch over deze wet op het punt van de bewaartermijn voor internetgegevens.
De brieven die de commissies nadien ontvingen over de Nederlandse inbreng bij de evaluatie van de richtlijn gaven onvoldoende blijk van het afdoende laten meewegen van de specifieke inbreng van de Eerste Kamer. Ook de laatste brief die de Minister van Veiligheid en Justitie over dit onderwerp schreef liet nog vragen onbeantwoord, aldus de commissies.
lees meer; Wetsvoorstel 31145 op de website van de Eerste Kamer
zie eerder; Kritiek op Nederlandse inbreng Dataretentierichtlijn
(nieuwsbrief EUpdate nr. 6 - 2010 - 2011)