Kees van der Staaij is geen fan van referenda. Zijn partij is altijd tegen het houden van volksraadplegingen geweest, die zouden volgens de SGP niet passen bij de vertegenwoordigende democratie. Toch is Van der Staaij bijzonder kritisch over de beslissing van Rutte III om het raadgevende referendum, na één experiment met het Oekraïneverdrag, maar rigoureus te schrappen. Met deze „lange neus” naar de kiezer loopt de politiek het risico een „tevreden technocratie te creëren waarin burgers zich niet meer vertegenwoordigd voelen”, zegt hij.
Vrijwel de gehele oppositie keert zich tegen dat voornemen. SP, PVV, PvdD, 50Plus en FvD willen bindende referenda. GroenLinks, PvdA en Denk willen de raadgevende versie houden. Verschillende groepen zijn al steunbetuigingen aan het verzamelen om, zodra de afschaffing door de senaat is, een referendum af te dwingen over het referendum.
Onderzoeken laten al sinds de jaren zeventig zien dat een flinke meerderheid van de bevolking voorstander is van het houden van volksstemmingen – al dan niet bindend. Frank Hendriks is hoogleraar bestuurskunde in Tilburg en deed onderzoek naar referenda in binnen- en buitenland. „Aan de behoefte aan meestemmen via referenda kun je niet voldoen door mensen te laten meepraten of een burgemeester te laten kiezen.” Hij vindt dat het raadgevend referendum meer tijd had moeten krijgen om te rijpen.
„In fatsoenlijke democratieën als Denemarken en Ierland vormen referenda een prima aanvulling op de representatieve democratie. Als het instrument langer bestaat, wordt er minder vaak naar gegrepen. Maar de wetenschap dat elk besluit tegenover een breed publiek verantwoord moet kunnen worden, houdt de politieke elite wel scherp.” Politieke tegenstanders van het afschaffen zien het als een elitaire schoffering van de burgers die blijkbaar te dom worden geacht om verstandig te stemmen.
De vraag is hoe en wanneer het referendum wordt afgeschaft, onzeker is of een eerder beloofde evaluatie van de wet er nog komt. En het is onduidelijk of het kabinet de intrekkingswet via een achterdeurtje onreferendabel zal maken. Technisch is dit mogelijk, bevestigde de Raad van State vorige maand.
Hoogleraar Hendriks lijkt dat onverstandig. „De vraag is of ze daarmee wegkomen: juridisch, politiek en vooral maatschappelijk.” Want het kan de woede over de afschaffing ook vergroten. „Ook zonder referenda kan de bevolking de politiek ‘adviseren’. Kijk maar naar volksraadpleging die de ANWB en De Telegraaf [in 2010] organiseerden tegen rekeningrijden of de actie tegen het idee van het vorige kabinet om bebouwing aan de kust toe te staan.” Die plannen werden onder maatschappelijke druk ingetrokken. „Terwijl dat soort stemmingen onbetrouwbaarder en kwetsbaarder zijn dan fatsoenlijk georganiseerde referenda. Ik weet niet of de Haagse politiek daarmee beter af is ”, zegt Hendriks.
Alles bij de bron; NRC