Het College Bescherming Persoonsgegevens liet in 2009 uitzoeken in hoeveel databestanden de gemiddelde burger voorkomt.

CBP-voorzitter Kohnstamm vatte het zo samen: „Als je als kluizenaar leeft, blijken je persoonsgegevens al in 250 bestanden te staan.” Wie maatschappelijk actief is en ook op internet zit komt al gauw tot vermelding in duizenden bestanden.

Het werpt ook de vraag op hoeveel overheidsdatabases er nu in totaal zijn. In 2009 bestond daar in ieder geval geen betrouwbaar idee over. De schatting was dat er eind jaren tachtig zo’n 3.500 waren, met minimaal 5.000 personen. Dat zou sindsdien met een factor tien zijn gegroeid. De gemiddelde burger zou in 2009 in 30 tot 40 databases van de overheid voorkomen. z

Hoeveel databanken van de overheid zijn er nu?

Het antwoord was onthutsend en grappig tegelijk. Dat is onbekend. Een ‘enigszins betrouwbare schatting’ is niet doenlijk.

Lees alles bij de bron: NRC