De gegevens van burgers moeten betere bescherming krijgen in de Dataverordening. Het is niet zo dat dit voorstel bedrijven standaard toegang verleent tot de data van gebruikers, maar het maakt het te makkelijk voor overheden om gegevens op te vragen. Minister Adriaansens en staatssecretaris Van Huffelen  reageren op de zorgen van Eerste Kamerleden over de belangrijke Europese wetgeving.

Adriaansens en Van Huffelen zijn positief over de verwachte opbrengsten van de Data Act of Dataverordening, die het delen van data moet bevorderen. De verordening is een poging van Europa om meer grip te krijgen en een volgende stap in de datarace.

Maar het huidige voorstel voor de verordening ‘laat teveel ruimte aan overheden om naar eigen inzicht gegevens op te vragen en biedt onvoldoende waarborgen’. Overheden kunnen bij algemene noodsituaties gegevens opvragen, maar de definitie van ‘uitzonderlijke noodzaak’ is bijvoorbeeld ruim en abstract geformuleerd. Het kabinet gaat voorstellen doen om dit te verhelpen.

En de verhouding tussen de Dataverordening en de AVG-privacywetgeving moet duidelijk zijn. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de Europese privacywaakhond EDPB vrezen een verzwakking van de AVG. ‘Het moet duidelijk zijn dat de Dataverordening geen enkele afbreuk doet aan de AVG.’ Het kabinet ziet geen noodzaak, zoals de EDPB wel aanraadde, om een nieuwe toezichthouder in te richten. De bestaande toezichthouders zoals de AP zouden daar voldoende geschikt voor zijn. Versnippering van toezicht blijft wel een belangrijk aandachtspunt. 

Alles bij de bron; AGConnect